Dag:
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
[Reisdetails]
Spanje 2019 - Ruta Pico Veleta
Na een intensieve periode in
Australië gun ik mezelf nog een beetje ontspanning in de vorm van een fietsreis. De Pico Veleta staat al een tijdje op mijn lijst omdat het de hoogst geplaveide weg van Europa is; laten er nog net een paar plaatsen vrij zijn in deze reis op het moment dat ik op zoek ben.
Dag 0: 19-09-19 : Naar Schiphol
Aangezien de vlucht erg vroeg vertrekt, morgen, besluit ik na het werk eerst naar Hoofddorp te reizen om daar te overnachten en morgenochtend nog maar een klein stukje naar Schiphol te hoeven. 's Ochtends dus met de koffer achterop de fiets naar het werk en 's middags door naar het station. De treinreis verloopt voorspoedig en het hotel is ook gauw gevonden. 's Avonds uit eten doet het vakantiegevoel al starten. Wel is het even afwachten wat we in Alicante zullen aantreffen, want de regio is in de afgelopen weken zwaar getroffen door extreme regenval, maar dat zullen we morgen zien.
Na een nacht van licht slapen door allerhande geluiden, loop ik via de receptie, waar een ontbijtpakketje klaar staat, naar de bushalte voor de nachtbus van 4.50u naar Schiphol. Het verbaast me dat het zo druk is in de bus. Zeker omdat het op Schiphol wel mee blijkt te vallen. De check-in is gauw geregeld en na een tweede scan van de handbagage mag ik doorlopen naar de gate. Daar tref ik Roy, Jeroen en Martijn die ik nog ken van
de reis in Slovenië. Het vliegtuig dat al klaarstond, wordt weggesleept en onze boardingtijd verstrijkt. Een nieuw toestel komt, maar eenmaal aan boord volgt nog een mededeling dat de telling van passagiers en koffers niet klopt en dat bovendien de startprocedure van de motoren anders zal zijn dan normaal. Na "enige momenten" wachten vertrekken we dan toch 1.5 uur later.
Ik zit naast Matthijs en tijdens de reis praten we al even bij. Als ook, na wederom lang wachten, de bagage op de band ligt, gaan we op zoek naar Marcel, die al met de bus voor de ingang van het vliegveld klaar staat, net zoals onze fietsen. Na wat lucht in de banden gepompt, de bidons gevuld en omgekleed te hebben, gaan we op pad. Met de wind in de rug gaat het vlotjes vooruit over glooiende wegen. Ik moet nog wel even wennen aan de warmte, want de vochtige 27 graden vallen me wel een beetje zwaar. De klimmetjes worden wat pittiger en de langste van de dag is toch even stevig doorbijten als hij naar de top toch even de 15% aantikt. Hier moet ik Jeroen toch even laten gaan om niet helemaal in het rood te duiken. Na de top dalen we af over een hobbelweg waar het af en toe goed opletten geblazen is omdat er stukken weg weggeslagen zijn door de extreme regenval van de afgelopen week. Op de beter lopende weg naar het hotel toe rijden we nog even kop over kop als de wind iets meer tegen komt te staan en dan zitten de eerste 95km van deze reis er alweer op.
De nachtrust was goed, in een lekker stille kamer. De dag begint nog bewolkt, maar na het ontbijt breekt de zon er al gauw doorheen en ontstaat een strakblauwe lucht. Een zevental rijders gaat voor de lange route en vertrekt tezamen. Het wordt een dag van op en af, en iets meer van het eerste dan het tweede omdat we aanmerkelijk hoger eindigen dan we starten. De eerste klimmetjes lopen nog prima, maar wetende dat de dag nog lang is, toch maar niet al te gek doen. Vooral Berend stoempt stevig door op de licht oplopende stroken en het opgelegde tempo voelt niet altijd even fijn aan. Soms wat langere stroken in dalende lijn voelen een stuk fijner en doen de kilometerstand vlot toenemen. Op de eerste klim rij ik vooruit maar hoor ik ineens Jeroen en Remy in rap tempo naderen. Zij blijken het profiel op hun garmin te zien en te weten dat de top gauw nadert. Met dat in het achterhoofd sluit ik snel aan en als de top inderdaad in zicht is, kan ik het niet laten om nog even aan te zetten. Na een dikke 70km staat Marcel met de bus om ons van wat water en proviand te voorzien, een welkome verfrissing want de bidons zijn beide leeg. Na 97km zijn we in Moratolla waar we met in gemengd Engels en Spaans wat eten bestellen. Het duurt wel een poos voordat het op tafel staat, maar onder het mom "het is vakantie", kan dat de pret niet drukken.
Met hernieuwde energie beginnen we aan de echte klim van deze rit: de Alto de los Álamos. Ik neem de kop en pak een lekker, maar wel stevig tempo. Na een tijdje ben ik wel benieuwd wie er in mijn wiel zit en zie, enigszins tot mijn verbazing, alleen Berend met zijn reuzenverzet staand op de pedalen achter mij en daarna een lege weg. De andere klimgeiten blijken iets meer moeite te hebben om weer op te starten na de pauze. Zo af en toe komt Berend er even naast piepen, maar als de klim even kort iets afvlakt speert hij ervandoor op de grote plaat. Ik weet dat ik dat niet moet volgen en laat hem iets wegrijden. Op een tweetal kilometers voor de top staat hij ineens langs de weg met zijn telefoon in de hand, maar de top is nog verder. Ik rij door en niet veel later komt hij weer aangesloten. Niet helemaal zeker waar de top ligt, durf ik hem een tweede keer niet te volgen, maar als ik zie waar de klim afvlakt en vermoedelijk de top zal zijn, zet ik toch, op zo'n 100m achterstand, nog de achtervolging in want dan 'moet ik hem nog kunnen pakken' voor de top. Het kost de nodige inspanning en met bijna 35km/u op de teller bij een procent of 5 weet ik hem net een paar meter voor de top te passeren. Anja, die (samen met Wim) los van onze groep heeft gefietst en efficiënter heeft geluncht staat bovenop met de camera klaar om het duel op de gevoelige plaat vast te leggen en ook hoe we nadien uit staan te puffen.
We wachten tot de groep compleet is en duiken dan de afdaling in. Lang is hij niet want er moet alweer geklommen worden. Wanneer dat over de grotere brede wegen is, is haast niet in te schatten hoe de hellingsgraad is, maar het voelt doorgaans een stuk zwaarder dan het doet vermoeden. Wanneer het afwisselend ook in dalende lijn gaat, merk ik dat ik wat vlotter daal dan de rest en besluit dan ook om niet overal meer te wachten en rij door. Een gemeen steile pukkel doet de teller nog even naar 15% lopen en voelt echt niet meer fijn, maar daarna is het vooral bijtrappen en afdalen tot in Létur. Mijn darmen spelen wat op en echt fijn rijdt het niet meer maar het aftellen van de kilometers op de paaltjes langs de weg motiveert om door te blijven rijden.
De accommodatie is gauw gevonden en 's avonds volgt een lekkere, door Marcel gekookte, driegangenmaaltijd.
Ik vertrek alleen en op tijd en wil even mijn hoofd leeg maken. Het eerste stuk van de etappe is schitterend mooi met een zeer gevarieerd landschap een beetje op en vooral af om dan bij een stuwmeer uit te komen. Na een bocht zie ik plots een gevallen partij rotsen op de weg liggen en haal de snelheid eruit. Helaas blijkt 25km/u toch snel genoeg voor een stootlek en dus mag ik hier nog iets langer van het uitzicht genieten. Net als ik weer wil opstappen, hoor ik Berend en Matthijs naderen en roep om ze te waarschuwen. Met z'n driën vervolgen we onze weg en rijden de "rode" route; de rest doet een verkort programma. De klimmetjes lopen lekker vandaag. De ietwat lagere temperatuur door de aanwezige bewolking helpt ook zeker mee. Boven wachten we even op elkaar en er volgen mooie afdalingen waar de snelheid omhoog kan op goed asfalt en de bochten mooi overzichtelijk zijn.
Op 108km pakken we een terrasje om een kleinigheid te eten en wat te drinken. De koude ijsthee gaat er lekker in. Er volgen nog 30km waarvan de eerste helft voornamelijk dalend en de tweede helft voornamelijk stijgend. Over redelijk brede wegen zoeven we omlaag en op de korte klimmetjes die erop volgen proberen we ombeurten de ander af te troeven. Berend pakt hier nog één keer bergpunten mee, de daarop volgende colletjes zijn voor mij. Nog een laatste lopende klim die door de tegenwind nog een tikje zwaarder voelt en dan zijn we na 140km terug in Létur.
Na het ontbijt nog gauw even helpen afwassen en dan samen met Berend op tijd vertrekken voor de rode route van vandaag. Eigenlijk stond die niet op het programma vanwege klachten over het wegdek vorig jaar, maar wij wagen het, als enige twee, erop. De bergpunten worden vandaag verdeeld, want waar Berend als een stoomtrein door kan trekken op de minder steile klimmen, liggen de steilere stukken mij beter. Vanuit de start is het eigenlijk klimmen (met zo af en toe een klein stukje dalen) tot aan kilometer 80 waarna wat meer afdaling zal volgen. Na een kort stukje zelfde route als gisteren slaan we een klein weggetje in. Door de regenval van niet zo lang geleden ligt er heel wat puin op het wegdek. Het wordt steeds avontuurlijker wanneer de bulten stenen groter worden en er minder weg overblijft om er langs te komen. Zo af en toe moeten we zelfs even door de berm of toch maar over een aangereden hoop puin om verder te komen. Vooral in de dalende stroken is het oppassen geblazen. Ook loopt er tot twee keer toe een kudde geiten op de weg die eerst voor ons uit rent om dan toch te kiezen voor de bossen op de helling.
Voordat we de grotere weg opdraaien wacht ik nog even op Berend en dan gaan we richting Pedro Andrés waar de blauwe route afsplitst en wij doorgaan over wat "een slechte weg" zou moeten zijn. Dat blijkt reuze mee te vallen, zeker omdat er split op gegooid is en een mooi vlakke
strade bianche is ontstaan. Het glooit hier mooi en de uitzichten over kale bergen, bossen, en dorre vlakten vervelen absoluut niet. Er volgt nog een stukje afdaling over het grind en dan nog even klimmen over 500m zeer slechte weg, maar dat is prima te overzien. We draaien de asfaltweg weer op om nog een paar kilometer te klimmen om dan het hoogste punt van deze route te bereiken. Een geweldig mooie afdaling volgt met zeer veel bochten en keurig asfalt. Het is een genot om de fiets van de ene de andere bocht in te gooien. Zo af en toe werp ik een blik het dal in, maar concentreer me toch vooral op deze afdaling. Eigenlijk zou ik her en der wel wat foto's hebben willen nemen, maar het dalen gaat zo lekker dat ik het niet wil onderbreken.
Na nog even scherp klimmen komen we in Santiago de la Espada waar we een terrasje zoeken voor een drankje om daarna nog de resterende 30 kilometer door de kloof te rijden. Volgens het profiel zou het in licht dalende lijn moeten zijn, maar zo af en toe loopt die lichte afdaling toch echt 10% omhoog om dan gelukkig toch weer naar omlaag te knikken. Het uitzicht op de rotswanden is erg mooi, maar aan de afdaling komt plots een eind als we de rivier oversteken om de laatste 5 kilometer naar Góntar weer te klimmen. Het asfalt is hier, zo te zien, maar een paar weken oud, dus het bolt heerlijk omhoog. Voor ik het weet zit deze klim er ook weer op en daarmee de rit van vandaag, want bij het binnenrijden van het dorp, rijd ik ook zowat het terras van het hotel, waar we verblijven, op.
Pedro mag zijn 'casa' wel eens van een update voorzien, want met slechts koud water en een lekke douchebak waardoor de hele vloer van de badkamer nat wordt, is het onderkomen van vandaag niet bepaald luxe te noemen. Het keiharde matras en veel te dikke kussen helpen ook niet mee om een degelijke nachtrust te krijgen. Nou ja, hopelijk is het morgen beter.
Vandaag wordt een rustig dagje. De routes zijn niet zo lang en zelfs met de uitbreiding, de klim naar El Yelmo, zijn het maar 88km met 1900 hoogtemeters. Eigenlijk hoeft er maar 1 keer geklommen te worden want na een korte afdaling vanuit de start, gaat het bijna alleen maar omhoog tot aan het hoogte- (en hoogste) punt van vandaag. Eerst naar een stuwmeer door een bosrijke omgeving waar allerhande dieren te zien zijn: twee hertjes, eekhoorntjes en zo af en toe wat geiten. Kort voor een eerste topje komt Marcel met de bus voorbij, maar twee bochten verder in een stuk afdaling kom ik hem alweer voorbij zetten. Korte bochtjes volgen elkaar hier snel op en het omgooien van de fiets voelt weer heerlijk aan. Af en toe even opletten met wat troep op de weg, maar verder prima hier. Na nog wat klimwerk volgt de afslag voor het extraatje van 12km naar en van El Yelmo. De eerste drie zijn gematigd maar dan volgen drie kilometers van 10% en is het bikkelen om boven te komen. Zeker de laatste kilometer die eerst nog nagenoeg vlak start maar daarna 14% aantikt. Op de top volgt een prachtig uitzicht over de omliggende vlakten en bergen in de verte. Twee parapenters maken zich gereed om de duik te maken maar de wind laat nog even op zich wachten. Ondertussen komen Jeroen, Remy, Berend en Martijn ook boven en genieten we nog even van het uitzicht alvorens ook zelf de duik te wagen, maar wij wel met contact op het asfalt.
Weer terug op de 'blauwe' route volgt een stuk op hoogte met wederom mooi uitzicht waar ik het lekker rustig aan doe, om daarna de diepte in te duiken over een mooie brede weg met glad wegdek. Het is nagenoeg uitgestorven hier, dus de bochten zijn veelal mooi binnendoor te pakken, al komt toch 1 keer een bestelbusje verrassend om de hoek zodat ik even moet corrigeren. Er volgen nog een paar kilometers bergop om in Hornos uit te komen maar ook die mogen op het gemak om de benen wat rust te gunnen voor de pittiger dagen die nog volgen.
Op het terras treffen we de Nederlandse uitbater en twee oude Spaanse dames die het maar wat interessant vinden dat al die jonge sportievelingen hier komen. Het is goed warm, maar na de koude douche van gisteren is het toch wel fijn om weer een warme douche te hebben en het zweet van het lijf te kunnen wassen. We zijn mooi op tijd, dus volgt een middagje luieren.
Maar goed dat we gisteren gevraagd hebben om om 8 uur te ontbijten, want de bediening moet nog op gang komen en het wordt al met al pas 8.30 dat we ons eten voor ons hebben. Maar goed, uiteindelijk hebben we allemaal voldoende brood, verse jus, een eitje en als aanvulling van Marcel voor de liefhebber een kom havermoutpap. Berend staat, net als ik, al op tijd klaar en wil wel vertrekken. Dat lijkt me een prima idee, dus we vertrekken iets voor de rest aan. Na een korte en nog frisse afdaling volgt de eerste klim. Niet al te lang, maar genoeg om de benen weer even te voelen. Als eerste rond ik de top, maar Berend komt al gauw weer bij als ik wat rustig aan doorrijdt richting het stuwmeer. Langs het meer heuvelt het wat en loopt het geregeld met een procentje of 3 a 4 omhoog. Berend knalt door op de grote plaat, maar mijn lijf heeft er nog geen zin in; ik krijg de motor nog niet aangezwengeld en besluit dan maar niet te forceren. De rit is nog lang en er volgen nog pittige dagen, dus ik wil me niet over de kop rijden. Tot kilometer 52 blijft het zo oplopen en dan volgt een wat steviger klim met 7.7 kilometers aan 5.7 procent: de Puerto de Las Palomas. Eindelijk begint het een beetje beter te draaien en relatief makkelijk rij ik naar boven. Onderweg komt Marcel met de bus voorbij en kort na de top tref ik een lachende Berend naast de bus van Marcel: "Revenche" geeft hij aan :), en het is hem van harte gegund.
Na bijgetankt te hebben vertrekken we de afdaling in. Bij de doortocht van Cazorla is het even oppassen geblazen vanwege druk verkeer en veel onverwachte bewegingen van automobilisten en voetgangers. Ook pak ik per abuis een verkeerde afslag en zie dat ik parallel aan de route rijdt; de eerstvolgende weg naar rechts pakken dan maar. Of dat zo'n goed idee was, valt te betwijfelen, want ik zie een betonweggetje met grip-ribbels als een muur opdoemen. De fietscomputer vertelt me later dat het over een afstand van 27 meter 11 meter omhoog ging, dat is 40.7%! De route is gauw weer opgepakt en na het buiten rijden van de stad volgen brede glooiende wegen met na initieel nog een klimmetje vooral kilometers in dalende lijn. De route loopt zoetjes aan de velden met olijfbomen binnen en dat uitzicht zal nog wel even zo blijven. Wanneer Jódar nadert, komt een schitterende reeks bergen in beeld die haast lijken op een rij vulkanen. De weg loopt ondertussen alweer op en blijft vooral vals plat oplopen met af en toe een stukje steiler. Ik ben blij als ik de bebouwde kom van Jódar binnen rij omdat Bedmar nu niet ver meer is. Een klein stukje dalen en dan een smal weggetje op richting het oude klooster waar we in appartementen verblijven. Het uitzicht vanaf het terras is schitterend en voldaan na de inspanning neem ik plaats naast Marcel die ook net aangekomen is. Berend komt een kwartiertje daarna en later volgt de rest van de groep.
Aan het eind van de middag volgt een processie waarbij een Mariabeeld de berg af gedragen wordt, begeleid door een ruime dosis klokgelui. Wanneer de meute het dorp ingetrokken is volgen nog verscheidene kanonschoten maar dan keert de rust terug en kunnen we gezellig op het terras dineren.
Na een Spaans ontbijt, gelukkig met de nodige aanvullingen van Marcel, gaan Berend en ik op pad voor wat best de Koninginnerit van deze reis mag heten. Na een korte klim naar Bedmar, mogen we eerst kort afdalen waarna al gauw de eerste flinke klim van de dag volgt. De Alto de Albanchez waarna toch al de eerste 800 hoogtemeters van de dag erop zitten. Ik doe relatief rustig aan omdat er toch nog heel wat volgt vandaag. Bovenop staat zowaar een colbordje en terwijl ik een foto maak, komt Berend ook aangereden. Na een reepje te hebben gegeten, duiken we de afdaling in en volgt het een en ander aan op en af voordat de klim naar Jaén volgt. Marcel hebben we nog niet gezien en de teller geeft toch al meer dan 60 kilometer aan. Ik hou mijn ogen open voor een alternatieve gelegenheid om het drinken aan te vullen, maar zonder succes. Plots hoor ik Marcel roepen dat hij in het stadje staat.
Bij de bus zitten we lekker in de schaduw en laten een broodje kaas en chocolade-croissant goed smaken. Ook de groep die de kortere route doet, komt aangereden en als we met gevulde bidons weer vertrekken, komt ook net de rest langs gereden. We geven nog even aan dat de bus er staat terwijl we de juiste afslag van de rotonde proberen te vinden. De Alto de Jabalcaz is gauw gerond, maar dan volgt al snel de pittiger Puerto de los Villares (10.9km, 5.6%) waar vanaf de top direct door geklommen moet worden naar de Sierra de la Pandera, een stevige puist die dood loopt naar een zendmast. Dit hoogtepunt van vandaag kent stijgingspercentages van 15% en is over 1.5km gemiddeld 13.5% en kent een totale lengte van 8.5km met gemiddeld 7.9% stijging. Dat het gemiddelde nog geen 8% is, komt vooral door een flink stuk afdaling aan -10% kort voor de top. Het is wurgen op de zware stukken, maar op de iets lopender stukken (lees nog altijd 10%) gaat het prima. De top is lang in zicht zodat je mooi kan zien waar het einddoel ligt en dat motiveert zeker. Bovenop puf ik eerst even uit, neem dan wat foto's en neem dan nog even plaats in de schaduw om wat af te koelen. De hitte (33 graden in het dal) helpt vandaag niet mee en maakt alles toch wel een stuk pittiger. Berend komt ook aangereden en na nog even de ervaringen uitgewisseld te hebben, duik ik de afdaling in.
Het asfalt is te slecht om echt vaart te willen maken, maar waar mogelijk laat ik hem toch even lopen om de velgen niet al te heet te laten worden. De andere zes bikkels die ook deze extra klim doen kom ik tegen en aan de voet volgt de aangename verrassing die Marcel heeft geregeld: blikjes ice-tea en cola met wat reepjes en ontbijtkoek. Met die verfrissing moet het laatste stuk ook nog wel lukken.
Toch is het nog wel een mentale uitdaging, want die laatste 20 kilometer vallen flink tegen. Na de afdaling van de Pandera volgt een snelle afdaling over brede wegen, maar dan moet er nog flink geklommen worden naar de Alto de Frailles, wat afdalen en weer klimmen met aan het eind nog een leuke verrassing: de afslag van de doorgaande weg met nog even 14% omhoog en daarna afdalen over hobbelasfalt. Ik zie de bus staan voor de casa rural waar we verblijven en ben blij dat ik er ben. Het is wederom een mooie locatie maar wel met uitdaging in de douche: door kalk in de douchekop spuit al het water zijwaarts, dus als je eronder staat, blijf je droog.
Na rustig ontbeten te hebben, vertrekken ook ik iets later. De etappe van vandaag is een tik minder zwaar en dat komt wel goed uit na de pittige rit van gisteren. Vanuit het hotel mogen we meteen stevig klimmen over de hobbelweg naar de doorgaande weg toe. Daar volgt de eerste geregistreerde klim van de dag: een lopende klim van zo'n 7%. Na een mooi stukje afdalen volgt een doorsteek tussen de olijfbomen door met daarin toch pittige stroken aan 14%. Aan de andere kant van de berg gaat het over vergelijkbaar smalle weggetjes naar beneden met zo nu en dan een watervoerende goot waardoor het flink opletten geblazen is. De laatste goot is gevuld met grove stenen en iets te gortig om doorheen te rijden. Met één voet uit het pedaal steppend voel ik mijn voorwiel ook wegzakken, dus maar goed dat ik het voorzichtig heb aangepakt.
Na een klein stukje over brede wegen, volgt een mooie klim naar Moclín. De benen hebben er niet zoveel zin in als normaal, de hoogtemeters van gisteren wegen nog wel een beetje door, dus forceer ik niet. Bovenop zou Marcel staan, maar ik zie hem nog niet. Hij staat ook niet na het dorpje, dus ik neem plaats op een bankje in de schaduw. Een tiental minuten later arriveert hij en worden er allerhande lekkernijen uitgestald. Terwijl ik me tegoed doe aan cake, studentenhaver en wat drinken, komt ook de rest. Na een uurtje luieren is het tijd om weer op pad te gaan.
Wederom een mooie afdaling volgt met daarna wegen die in grote lijn naar beneden lopen richting de grote stad Granada. Het verkeer wordt drukker en het is af en toe even goed opletten de juiste afslagen te nemen. Het valt op dat de Spaanse automobilisten heel netjes de ruimte geven. Een gezellig terrasje heb ik niet meer weten te vinden en ook de winkeltjes waar (verpakt) ijs te krijgen is, blijken dicht, dus rij ik door naar het hotel. Marcel is ook net gearriveerd en het duurt niet lang voordat ik de bagage al heb en naar de kamer kan. Gauw even omkleden: zwembroek aan en een frisse duik nemen in het zwembad. Daarna is het lekker luieren en herstellen voor de rit van morgen. 's Avonds eten we met de groep bij de lokale Italiaan.
Er heerst vandaag enige nervositeit in de groep want de naamgevende rit van deze reis komt eraan. Dit zou ook zomaar de koninginnerit kunnen zijn, want vanuit de start (op 800m hoogte) mag er geklommen worden bijna in één ruk naar het dak van Europa: de Pico Veleta (3398m hoogte). Een heel klein dipje in het routeprofiel geeft de top aan van de Alto de Monachil, maar echt veel afdaling is er niet. Hoe dan ook, vanuit het hotel linksaf en na 500 meter min of meer vlak direct stroken van 12% met daarna vooral 7-8% en dat zal grofweg zo blijven tot de top van de Pico Veleta. De "koffiegroep" die vanochtend hernoemd is tot "snelle groep" vertrekt en een tiental minuten later ook de net benoemde "super snelle groep". Niet ten minste om te zorgen dat Marcel ook wat gelegenheid heeft om ons op de gevoelige plaat vast te leggen. Het duurt niet zo heel erg lang voordat de eersten in beeld komen en eigenlijk is het wel weer eens lekker om naar zo'n doel toe te rijden. Het tempoverschil is fors, dus meer dan een korte groet wisselen we niet uit en ik stoom door naar het doel dat nu nog zo ver weg lijkt.
De benen voelen goed, dus ik hou me niet extreem in, al zorg ik er wel voor dat er voldoende in de tank blijft voor wat nog komen gaat. De Alto de Monachil is gauw bereikt waarna een kort stukje afdaling volgt om daarna door te klimmen naar de Pico Veleta. Langs de weg staan zo af en toe bordjes die de hoogte aangeven en het motiveert prima om dat getal op te zien lopen, al is het verschil tussen, zeg, 2000 meter en nagenoeg 3400 best nog wel groot. Niet teveel aan denken en focussen op wat al achter de rug ligt. Na een wat kaal landschap volgt nu een stuk door het bos, maar dat wordt al gauw een stuk dunner en uiteindelijk wordt het uitzicht weer een stuk kaler. Vanuit de verte is nu de Pico te zien, maar die torent nog best boven de weg uit, dus maar weer op wat tussendoelen focussen.
Zo nu en dan rijden er wat (trage) andere fietsers en mountainbikers die zo goed als stil staan. Mijn tempo is, door vermoeidheid van de gedane ritten, ook niet meer wat het zou mogen wezen, maar nog altijd kan ik een 13-14 km/u aanhouden op de stroken van 7%. Marcel rijdt een laatste keer voorbij om dan bij de slagboom plaats te nemen waar ik het tasje met wandelschoenen zal aannemen alvorens het laatste stuk te rijden. De slotkilometer is namelijk zo slecht dat het wel fijn is om van schoenen te kunnen wisselen, kwam uit de voorbespreking naar voren. Maar zover is het nog niet. Eerst doorklimmen naar de hoogtes die ik van andere klimmen in bijv. de Alpen ken. Toch loopt het na de korte stop niet zo lekker meer. Mijn tempo is gezakt naar 11-12km/u en zal later nog verder zakken naar 10-11. Ik put moed uit het bereiken van de hoogtes van de Stelvio (2758m) en Cime de la Bonette (2802m). Nu nog 600 hoogtemeters in het onbekende. Mijn ademhaling is lastig onder controle te houden, zeker op de stroken waar de wind tegen staat. Wandelaars lopen hopeloos in de weg, maar schrikken gelukkig op het laatste moment opzij na een
atención van mijn kant. Het asfalt wordt ook telkens slechter en het is af en toe laveren tussen de gaten door en wanneer dat niet meer wil over de minst scherpe stenen in de gaten sturen. Wanneer de teller 3250 meter hoogte aangeeft worden de bochten zo slecht met ronde keien dat erdoorheen fietsen geen optie meer is op deze fiets met dunne bandjes met 8 bar. Ik wissel mijn fietsschoenen in voor mijn wandelschoenen en loop de bocht door om daarna weer op te stappen waar dat mogelijk is en te lopen waar fietsen niet meer wil.
De laatste kilometer is onverhard, maar rijdt aangenamer dan het slechte asfalt van daarvoor, dus gaat het tempo zowaar nog wat de hoogte in. Als ook hier de weg ophoudt en er nog een dertigtal hoogtemeters over zijn over een wandel/klauterpad, neem ik de fiets op de schouder. Bij het monumentje bovenop tref ik twee bergbeklimsters die vanaf de andere kant met touwen omhoog geklommen zijn en we lachen gezamenlijk om het verschil in outfit. Ze zijn zo vriendelijk om een foto te nemen. Ik knoop ook een gesprekje aan met een vriendelijke mountainbiker en na de nodige foto's genomen te hebben ga ik eerst eens zitten om van het uitzicht te genieten. Het is werkelijk fenomenaal hoe ver je kan kijken en hoe klein de gebouwen in de diepte zijn. Het is erg helder weer en natuurlijk helpen ook de endorfines en het zuurstoftekort mee om de schoonheid nog iets op te krikken. Wel even mijn regenjackje aan vanwege de koude wind die toe lijkt te nemen. Ondertussen komen ook Roy en Remy boven en daarna ook Berend die vanuit de start eerst nog iets naar beneden is gefietst om bij een Strava segment te starten. Na nog even samen gezeten te hebben beginnen we aan de afdaling. Eerst met de fiets op de schouder, dan met de wandelschoenen op de trappers en uiteindelijk weer op fietsschoenen.
Ik heb gezien dat er ook een weg loopt naar de grote satellietschotel die op een naburige piek staat en besluit daar ook nog heen te rijden, met 2845 meter hoogte gewoon ook de één na hoogste bestrate piek van Europa. Vanaf een afstandje was niet te zien hoe steil de weg liep... had ik dat geweten, had ik het vast niet gedaan want na een stukje nagenoeg vlak volgt een stuk omlaag van 11% om daarna omhoog te knikken en met 16% tot aan het eind op te lopen. De benen willen eigenlijk niet meer, maar op wilskracht kom ik boven. Na een foto genomen te hebben maar weer terug om Marcel en de rest te treffen bij de bus en slagboom. Nog wel even opletten met de toegenomen wind die af en toe listig van opzij komt. Na wat versnaperingen genomen te hebben volgt de rest van de afdaling over brede wegen. We pakken nu de iets minder steile kant zodat in het begin de vaart nog lekker oploopt, maar daarna de snelheid toch wat lager ligt. In echt veel bijtrappen heb ik niet zoveel zin meer, dus ik laat me mooi naar beneden zakken. Nog even dat kleine pukkeltje omhoog dat we op de heenweg afgedaald hebben, en dan volgt nog het mooie bochtige stuk afdaling waar vandaag in omgekeerde richting mee begon. Dit keer rijden we wel de bakoven in; blij dat er niet nog een stuk door de vallei volgt.
Terug bij het hotel volgt de welverdiende douche en lekker luieren met het WK op de weg voor vrouwen op de achtergrond.
Het lijf heeft er vandaag maar weinig zin in. Na een vroeg ontbijt vertrek ik op tijd om de hitte wat voor te zijn. Het is nog lekker fris (14 graden) bij vertrek, maar dat zal gauw oplopen. Na wat afdalen volgt een mooie klim waar het landschap weer wisselt van het stedelijke naar het landelijke. Het betreft een stuk weg waar ook veel lokale fietsers komen op deze zondagochtend en het zien rijden van een groepje voor me uit, motiveert toch wel wat om door te rijden. Een stuk wegopbreking weerhoudt me niet; samen met wat mountainbikers waag ik het erop en zowaar, het aangestampte zand rijdt zowaar fijner dan het asfalt van na de wegopbreking. De klim die volgt, leidt naar het hoogste punt van de rit van vandaag. Daarvandaan daal ik af naar de Mirador de Cabra Montés. Het tussenstuk gaat door een schitterend mooi landschap van allemaal bergruggen met veel rotspartijen en dungezaaide bossen; haast sprookjesachtig. Ook biedt een doorkijkje tussen bergtoppen door een blik op het wolkendek boven zee.
Mijn lijf heeft al meermaals te kennen gegeven dat er genoeg geklommen is. Dus ik keer om op de Mirador en rijd niet naar beneden om het als klim vanaf de kust te rijden; bikkel Berend doet dat wel. Op de terugweg is er tijd voor wat foto's en schakel ik een paar tandjes lichter dan ik normaal zou doen. Terug op de top bij Los Prados tref ik Jeroen en Martijn op het terras. Een ijsthee en stuk cheese-cake verder, vertrekken we voor de laatste 40km. Eerst een afdaling voer brede weg, daarna nog wat op en af over smallere wegen.
Bij het hotel improviseren we een beeldscherm op het terras om met wat te drinken en te knabbelen gezamenlijk het WK op de weg te kijken.
Vandaag volgt dan alweer de slotetappe, al voelt het alsof er al drie weken vakantie op zit, zoveel impressies hebben we in de afgelopen dagen opgedaan. Nog één keer de motor aanzwengelen om de laatste bergen over te komen. Mijn plan, om op de eerste klim wat voorsprong te nemen en er een rustige etappe van te maken, mislukt omdat de rest snode plannen heeft. Berend blijft in mijn wiel hangen en zint op wraak. De klim duurt maar voort en waar hij precies eindigt, weet ik niet. Op een iets zwaarder lopend stuk voel ik dat hij het lastig krijgt en hopend dat de top niet al te ver meer is, schakel ik een tand groter en blijf op de pedalen staan. Berend kraakt en ik neem snel voorsprong. De klim duurt alleen nog een zeshonderdtal meter voort en ik weet dat ik niet mag verslappen, want dan kan hij zomaar weer terug zijn. De top volgt gelukkig dan toch en ik duik de afdaling in. De overwinning smaakt zoet! Ik doe rustig aan in de afdaling en op de vlakke uitloper vind ik een plekje om te plassen en wacht de rest op. Die blijken met een loeiende vaart aan te komen, met Berend sleurend aan de kop. Ik moet me reppen om het wiel te pakken te krijgen en een dollemansrit door het dal volgt.
Net voor een mooie afdaling begint, houden ze plots de benen stil, voor mij het teken om eroverheen te gaan en hard de afdaling in te duiken. Matthijs volgt en blijft ook in mijn wiel als het bochtiger wordt. Even is het link omdat de auto voor mij onze remmen test door veel harder dan nodig te remmen voor een tegemoetkomende vrachtauto en daarmee Matthijs verrast. Gelukkig blijft het bij wat schoudercontact tussen ons twee. Er blijkt een treintje auto's en een vrachtwagen voor te zitten, waar ik korte metten mee maak omdat ik net genoeg vooruit kan kijken om de vrachtwagen langs de buitenkant in te kunnen halen. Een eind verder treffen we een auto die er alles aan doet ons niet voorbij te laten, voor mij teken om af te haken. We wachten op de rest en gaan verder. De tweede klim volgt gauw en is een loper die meer in Berend's straatje ligt. Ik probeer het tempo lang hoog te houden, maar het gebrek aan parcourskennis breekt me op. Wat later een paar bochten voor de top blijkt te zijn, staan mijn longen op springen en geef ik op. Deze bergpunten zijn voor Berend. Na een korte afdaling volt meteen de derde en laatste klim: kort maar hevig met 2km gemiddeld 10% met maxima tot 14%. Roy voelt zich klaarblijkelijk goed en gaat vanaf de start hard omhoog. Met de benen die ik nu nog heb, mij té hard. Het zweet stroomt m'n lijf uit bij 30 graden en 12-14% hellingsgraad en ik kom geen greintje dichter. De laatste bergpunten van de vakantie gaan naar Roy.
Na hem gefeliciteerd te hebben, rij ik door de afdaling in om gauw wat te drinken te vinden. De route gaat de drukke kuststreek in en dat is toch wel weer even wennen. Een met voetpad gecombineerd hobbelfietspad langs de kust volgt om in Málaga, na een klein beetje spoorzoeken, het hotel te vinden. En daarmee zit het Spaanse fietsavontuur erop.
Dag 12: 01-10-19 : terugreis
De wekker staat om 6.30u om op tijd de fietsen naar de bus te kunnen brengen en per taxi naar het vliegveld te gaan. Marcel en Arnold zullen de fietsen terugrijden naar Nederland terwijl wij in het vliegtuig zitten. Na de plichtplegingen op het vliegveld gaan we het vliegtuig in waar een dejavu volgt, want de piloot roept omdat we door slecht weer rond Schiphol een verlaat tijdslot hebben gekregen met als resultaat nog een dik uur in het vliegtuig wachten. Later wordt dat gelukkig nog 20 minuten vroeger bijgesteld, maar het blijft een lange zit. Uiteindelijk mogen we dan toch de lucht in en volgt nog een laatste blik, vanuit de lucht, op de Sierra Nevada.
De treinreis verloopt gelukkig voorspoediger en gelukkig staat mijn fiets ook nog zoals ik hem achtergelaten heb in de stalling, dus na een half uur fietsen door een stuk herfstachtiger weer, ben ik weer thuis.
Terugblik
In totaal heb ik in 11 dagen 1233km gereden en daarin 24345 hoogtemeters overbrugd. Een ongepland uitstapje, maar wat een mooi landschap. Weer totaal anders dan de andere reizen die ik gemaakt heb. Het absolute hoogtepunt van de reis was natuurlijk de Pico Veleta, maar ook de andere beklimmingen waren mooi. Wederom een leuke groep en goede begeleiding en dus een zeer geslaagde vakantie. De vliegen die ons regelmatig plaagden op het terras en bij het eten, zal ik echter niet gauw missen.