Oudenaarde:
Dag:
1
2
3
4
; Hageland:
Dag:
1
2
3
4
5
6
7
België 2019 - Oudenaarde
In de week van Pasen moet ik in Brugge zijn voor de
ESANN conferentie. Een uitgelezen kans om het paasweekend in de Vlaamse Ardennen door te brengen, en waar kan je dat beter doen dan in het hart van het Vlaamse wielrennen: Oudenaarde.
Lekker op tijd vertrekken, want er gaat vast meer volk op pad dit paasweekend (en start van de schoolvakantie). Gauw een broodje wegwerken en dan om 8.00u op weg via Antwerpen en Gent naar Oudenaarde. Bij Gent is het even druk, maar verder rijdt het prima. Op het eind nog even spoorzoeken met eenrichtingsverkeer in Oudenaarde, maar dan is het hotel gevonden. De fiets uit de auto en op pad. Het is al heerlijk zonnig, dus aan alleen een broek en shirt heb ik genoeg.
De Rode route: Kort vanuit het vertrek moet er al pittig geklommen worden; geen tijd om het lijf op te warmen, dan maar wat geforceerd warm worden. Het is continu o pen af, dus de hoogtemeters tellen wel op. Ik zie her en der wat andere renners, maar allemaal op een stuk gezapiger tempo. Geraardsbergen nadert, dus ik maak me op voor De Muur, het hoogtepunt van deze rode route. Een stukje langs de rivier om in het centrum van Geraardsbergen uit te komen en dan over de kasseien omhoog. De benen voelen sterk en op de 40-25 dokker ik er omhoog. Ik hou het tempo er goed in, want alles wat je op de kasseien verliest aan tempo, krijg je maar moeizaam weer terug. Dat het goed gaat, blijkt ook uit de hoofden van omstanders die meedraaien als ik voorbij kom. Op het steilste stuk is het even goed lanceren om én op de trappers te kunnen staan én voldoende tractie te houden. Nog even extra aanzetten op het laatste stukje: de kapelmuur, en terugdenkend aan de mooie duels tussen Cancellara en Boonen stoom ik door naar de top en erover (niet zoals de rest meteen uitpuffen en in de weg gaan staan). "Zo moet dat", hoor ik vanaf de kant, en ik maak even het lusje terug om een fotootje te maken bij de kapel. "Dat is 'nen flinke, die heeft kracht", zegt een ander. Die steek ik in de zak! Dan weer de diepte in duiken op de weg die me nog bijstaat van de Ronde van Vlaanderen toertocht die ik lang gleden heb gereden. Toen stond er zo'n zijwind, maar dit keer zoef ik zonder tegensturen over gloednieuw asfalt naar beneden. De Bosberg die volgt, valt een stuk zwaarder want hier liggen de kasseien toch een stuk minder mooi met veel grotere gat-versus-wegdek-gehalte.
Er volgt een creatief stukje doorsteken over smalle paadjes en zeer slecht wegdek om weer op het jaagpad langs de rivier te komen, dit keer voor de wind aan. Er volgen nog wat klimmetjes, maar het is duidelijk dat de parcoursbouwer de meeste creativiteit in de eerste helft van de route heeft gestoken. Helemaal minder gecharmeerd ben ik van twee lange kasseistroken die afwisselend in stijgende en dalende richting gaan. Ik wordt helemaal uit elkaar gerammeld en heb de vullingen haast los in de kiezen zitten. Ik overweeg nog even er een lusje bij te doen, maar besluit het bij de geplande 115km te laten; er volgen nog drie dagen.
Terug in Oudenaarde check ik in, ga douchen en luier nog wat voordat ik een wandelingetje door de stad maak. Er is kermis, dus op je gemak om je heen kijken en een terrasje pakken is weinig sprake. Achterin een bistro vind ik een klein beetje rust, weg van het muziekvervangend gebonk, om wat te eten. Op weg terug naar het hotel loop ik nog even door de "Jan zonder Vrees laan", denkend aan hoe heerlijk het is om af te dalen; hier en nog meer in het hooggebergte om daarna in alle rust op een bankje aan de rivier de Schelde dit verslag nog even af te schrijven.
Na lekker ontbeten te hebben, kleed ik me om en begeef ik me richting de lift om naar de kelder te gaan waar de fiets staat. Er gaat slechts 1 van de twee liften tot voorbij de begane grond, maar ik weet niet meer of het nou de linker of de rechter was. Ik roep beide liften op en nadat ze beide eerst verder omhoog zijn gegaan, komt de linker eerst met daarin een meneer die, zoals 90% van de bevolking vandaag de dag, volkomen geobsedeerd is door zijn telefoon. Hij stapt naar buiten en ik werp een blik naar binnen om te zien of er een knop '-1' op het paneel zit. Normaal wil ik nog wel zeggen dat "dit niet begane grond is", maar als je zo navelstarend op je schermpje zit te turen, kan je wat mij betreft de boom in. Terwijl de deur sluit, druk ik op knop "-1", maar het lampje gaat aan en direct weer uit. Ondertussen gaat de lift naar 0 waar die man al op had gedrukt natuurlijk. Op de begane grond stap ik uit en wacht op de rechter lift waar, drie keer raden, diezelfde man uitstapt. Terwijl ik direct achter hem instap, werpt hij een blik op mijn toch wel herkenbare uitdossing en in zijn ogen zie ik de vertwijfeling; alsof hij in Bananasplit zat. Kostelijk!
Na deze ietwat lange introductie, ga ik goed geluimd op pad. Vandaag staat een korte ronde op het program: de blauwe lus van 80km om ook mooi op tijd weer terug te zijn voor de Amstel Gold Race die vanmiddag verreden wordt. Het vertrek is langs de Schelde, maar de kwaliteit van het asfalt laat te wensen over. Aangezien er straks kasseienklimmen volgen, mag ik niet teveel klagen, maar een visitekaartje voor de streek is deze blauwe lus nog niet. Als van de rivier wordt weggedraaid, mag de eerste klim van de dag bedwongen worden: de Oude Kwaremont. Rammelen tot je een ons weegt en je kracht niet kwijt kunnen vanwege het telkens wegspringen van je achterwiel. Veel zachter dan de 6.8 bar die ik erin heb zitten, wil ik toch ook niet rijden, omdat dan de kans op stootlekken weer toeneemt... dus dan maar wat meer moeite doen. In de verte rijden twee mountainbikers die het wel een stukje aangenamer hebben, maar het ook een stuk rustiger aan doen waardoor het gat snel kleiner wordt. Met het opdraaien van het laatste stukje asfalt voordat de grote weg wordt bereikt, heb ik ze te pakken. Licht oplopend gaat de route verder aan de andere kant van de grote weg, waar de namen van de recente winnaars van de Ronde van Vlaanderen op het asfalt gekalkt staan. Er volgt een stukje afdaling, maar dan scherp rechts en meteen omhoog om de Paterberg te bedwingen. Ook hier is het weer dokkeren en met toch wel de nodige moeite bedwing ik de top. Even uithijgen in de afdaling om me daarna mentaal voor te bereiden op de Koppenberg. Met z'n 19% bijna net zo steil als de Pater, maar dan wel een tik langer. De benen voelen al vermoeid aan... dat belooft weinig goeds. Met de ketting op het middenblad begin ik, maar achter heb ik al gauw het meest linker kransje te pakken. Het ligt hier onprettig glad en het achterwiel slipt geregeld door. Ik probeer naar de triple te schakelen, maar het tuig weigert. Dan maar op de macht en pijnlijdend naar boven. Fijn is zeker anders, en niet al te deftig dit keer, kom ik boven. Even wat spoorzoeken omdat niet alle bordjes even goed opvallen, maar dan volgt de Mariaborrestraat. Eerst nog over de kasseien naar boven, maar dan in dalende lijn op de grote plaat richting spoorwegovergang denderen. Met de nodige stuurmanskunst de bochten nemend terwijl de fiets onder je bokt om dan rechtsaf te draaien voor de Taaienberg. Al die die kasseien komen me nu toch wel de neus uit en blij met het gootje laat ik ze dit keer letterlijk links liggen. De 'macadamwegen' bollen natuurlijk voor geen meter, maar zijn nu een welkome afwisseling. Dan eindelijk een klim en afdaling over asfalt om richting Ronse te gaan.
Ik besluit het vanaf nu rustig aan te doen (waar mogelijk) en pak, hoe decadent, na 40km al een terrasje in Ronse. Mijn bestelling "Thee met iets erbij" gaat hier niet lukken, maar de uitbater tipt dat iets verderop een bakker zit. Met een stuk gebak in de hand, fiets ik terug naar het terrasje waar de bestelling "Thee met een vork" nu wel slaagt, en ik bedank de ober. Na Ronse volgen nog een paar klimmetjes, maar niet meer van de hoofdcategorie. Nog een stukje tegen de wind stroomopwaarts langs de Schelde om terug te komen in Oudenaarde en de rit zit erop. Ik ga rij nog even door het dorp en kijk of ik wellicht nog geluk heb dat er een bakker is die nog wat broodjes heeft, maar dat blijkt niet het geval; dan vermaak ik me wel met wat stukken ontbijtkoek.
Met de beentjes omhoog en de Amstel Gold Race op tv luier ik lekker om de benen te laten herstellen. Morgen nog eens naar Geraardsbergen voor een wat langere rit met minder kasseien. Naar het einde toe lijkt de koers gelopen, maar vol ongeloof zie ik hoe Mathieu van der Poel het toch nog voor elkaar krijgt om zijn fiets als eerste over de meet te krijgen.
Vandaag is het tijd om weer wat kilometers te maken. In tegenstelling tot de afgelopen dagen is er wat lichte bewolking te zien, maar nog voor ik op pad ga, is de zon er al doorheen gebrand en er volgt weer een zonovergoten dag. Ik besluit nogmaals de rode route te rijden, maar dan met variatie op deel twee. Wel is het achterwerk wat pijnlijk (ligt in zekere mate open), maar na een tijdje voel je dat toch niet meer, dus niet miepen, maar fietsen. De klimmetjes gaan weer net zo gemakkelijk als op dag 1 en het is genieten geblazen. Ik herken alle klimmetjes van twee dagen geleden inclusief wat ik waar tegenkwam of voorbij reedt.
Na het nodige draai- en keerwerk gaat het weer richting Geraardsbergen waar wederom de Muur wacht. Op de marktplein is... markt... verdorie, heel het plein afgezet en geen doorkomen aan, dus dan maar linksaf en de eerste de beste mogelijkheid rechts om te zien of ik toch nog op de Muur kan eindigen. Een stukje tegen het verkeer in gaat steil omhoog over keurige klinkers als ik een kruising nader met verkeersbegeleider die hier voor een toertocht staat. Hij vraagt of ik naar de Muur wil en wijst me vriendelijk de weg. Supersteil wordt het straks pas, dus hier kan ik hem nog keurig van repliek dienen en bedanken. Over de kasseien gaat het verder en stoom ik de nodige toertochtdeelnemers voorbij als het steilste stuk nadert. Hier is het weer even balanceren, maar nu heb ik het nog wat beter onder de knie en weet het tempo nog iets beter hoog te houden. Opdraaien naar de Kapelmuur en dit klusje is weer geklaard. Afdalen over de kasseien, bij het uitdraaien op asfalt nog even scherp terugsturen om een naderende auto te ontwijken en dan door naar de Bosberg. Ik weet nog precies van eergisteren wat er hier te wachten staat, en die voorkennis lijkt toch wel te helpen, want ik kom een stuk frisser boven. Licht bergaf over betonplaten rij ik van het ene naar het andere groepje toerrenners en merk dat ik er wat in mijn wiel verzamel. Dan sla ik linksaf terwijl de tocht rechtdoor gaat en vervolg ik over eigen parcours. Nog een stukje de bordjes volgen en dan volgt mijn improvisatie.
Mijn Garmin laat mij weer eens herhaaldelijk in de steek nu hij de kaart met ingetekende route moet tonen (tja... dat zou je toch basisfunctionaliteit mogen noemen), maar ik weet de doorsteek via de Pottelberg en Kanarieberg naar Ronse te maken. Ik herhaal de truc van het gebak en terras en doe mij tegoed aan een aardbeitaartje én appelflap. Ik besluit als extraatje de Nieuwe Kwaremont af te dalen en de Oude Kwaremont weer omhoog te klimmen (andersom zou je ook niet echt vrolijk van worden) om dan de blauwe route weer op te pikken. Er volgt nog een mooi lusje met klimmetjes om dan ter hoogte van het kanaal uit te komen. Ik herinner me nog het vrij belabberde asfalt daar, dus besluit ik parallel eraan een fietspad en later de grote weg te nemen. Een poging om nog wat kleine omzwervingen te maken faalt omdat ik plots voor een kasseistrook sta, ondanks dat het op de kaart dezelfde kleur heeft gekregen als het keurige ZOAB waar ik net overheen reed. Hier heb ik nu echt geen zin meer in, dus ik kort af naar de doorgaande weg en ga rechttoe rechtaan terug naar Oudenaarde. Nog even bikkelen met de wind schuin tegen, maar dan ben ik weer terug na een slordige 140km.
Nog één ritje voordat ik op doorreis naar Brugge ga. Eerst ontbijten, uitchecken en de auto inpakken en dan op pad. Het weer is inderdaad aan het omslaan, want het is bewolkt en er staat een frisse Oostenwind. Om niet teveel geplaagd te worden door onverwachte kasseistroken, heb ik een route gepland met behulp van de knooppunten, ongeveer 100km. Met een briefje vol getallen op zak ga ik op weg. Omdat de wind uit het Oosten komt, ga ik eerst die kant op en doe, omdat ik er dichtbij kom, nog eens Geraardsbergen aan. De Muur en ik beginnen goede vrienden te worden.
Het lijf heeft er vanochtend moeite mee om wakker te worden en het draait niet echt lekker. Alles gelegenheid dus om wat meer om me heen te kijken. Het gaat veel op en af, maar doorgaans niet echt steil, wel continue draaien en keren zodat er maar weinig gelegenheid is om deftig in je ritme te komen. Na een 40-tal kilometers draait de rijrichting zodat de wind wat meer in de rug komt te staan, dat bevalt me beter. De Muur start ik vandaag vanaf nóg een andere kant, maar het steile slot is wel de gemene deler. Hij loopt ook vandaag lekker en bovenop ga ik, na even uitgehijgd te hebben, een kort gesprekje aan met twee oudgedienden die op het bankje daar zitten: "pittig hè", zeggen ze. Ja, daar moet ik ze gelijk in geven, maar toch liggen de kasseien hier nog best wel goed en dat scheelt een enorme hap.
De terugweg naar Oudenaarde is even gevarieerd en met de wind voornamelijk in de rug een stuk aangenamer. Op die manier is ook een verdwaalde kasseistrook prima te doen op de grote plaat en daarmee gauw achter de rug. Het laatste stuk naar Oudenaarde gaat in dalende lijn over de grote weg. Bij een klein knikje omhoog komt precies op het juiste moment een bus voorbijgereden die me mooi meezuigt over dit topje en hup, verder de afdaling in. Nog even de brug over en dan ben ik na 104km weer terug bij de auto. Even wat eten en drinken en dan ga ik op doorreis naar Brugge waar morgen de
ESANN conferentie start.
Terugblik
In totaal heb ik in vier dagen 444 km gereden en daarin 5382 hoogtemeters overbrugd. Het was leuk om de kasseien weer eens te zien, maar naar vier dagen ook wel genoeg gehobbeld. Het weer was uit de kunst en Oudenaarde een prima uitvalsplaats voor wielertochten.
De conferentie is zeer gevarieerd en het is een prettig weerzien van oude bekenden en treffen van nieuwe gezichten. Een hoog niveau van wetenschappelijk werk en grote variatie aan technieken en toepassingsgebieden biedt heel wat interessante aanknopingspunten voor eigen werk. Er is ook voldoende ruimte om Brugge wat te verkennen en de toer met gids, bezoek aan brouwerij en conferentiediner zijn ook zeer geslaagd.
België 2019 - Hageland
Er volgt nog een tweede episode in België omdat ik een huisje heb gehuurd in het Hageland om samen met mijn ouders een weekje door te brengen. Als hoogtepunt van deze vakantie volgt de toertocht Cristal Alken Classic.
Een autoritje van 1.5u brengt mij en mijn auto vol fietsen (race en MTB) in Neerlinter, een klein plaatsje tussen Leuven en Hasselt. Na kennisgemaakt te hebben met de eigenaresse van het huisje en een rondje gemaakt te hebben, komen ook m'n ouders aan en zijn we compleet. We pakken de wagens op ons gemak uit en na het avondeten ga ik nog even de benen strekken op de mountainbike. Het ATB parcours van Zoutleeuw staat op het programma. Ik voel me nog niet top na wat koortserig en verkouden te zijn geweest afgelopen weekend, dus ik doe niet al te gek. Daarbij past het parcours wel, want uitdagend is het niet te noemen. Veel verharde wegen en wanneer het onverhard is, is het een geleidelijke klim om bovenop weer op asfalt af te dalen. Hoe men dit een ATB parcours heeft durven noemen, is mij onduidelijk. Hoe dan ook, na 57km (283hm, 26.7km/u) ben ik weer terug en is het doel van vandaag: de benen even losrijden, geslaagd.
Dag 2: 28-05-19 : rustdag
Vandaag is het regenachtig. Zodra de weg weer opgedroogd raakt, volgt weer de volgende bui, dus blijft de fiets vandaag binnen staan. We gaan nog even met de auto op pad om de omgeving wat te verkennen. Na de nodige omzwervingen door wegafsluitingen etc, komen we weer bij het huisje en 's avonds staan er wat bordspelletjes op het programma.
Het belooft mooi weer te worden, dus meteen maar een flinke rit op het programma zetten: per racefiets naar Huy voor de Muur en dan naar Namen voor de citadel. De heenreis had ik gepland over een lange fietsroute, waarvan een groot deel over en oude spoorbaan loopt. Het asfalt is echter niet al te best en het gehobbel ben ik al gauw zat. Ik wijk af van de geplande route en rijdt wat meer links/rechts grofweg in de juiste richting. Het gaat hier best wel op en af, en in tegenstelling tot het zeer geleidelijk glooiende fietspad, ga ik nu een stuk meer op en af. Desalniettemin bevalt met dit een stuk beter. Het is rustig op de wegen en met telkens zonniger wordend weer, is het lekker om me heen kijken. Wel staat de wind grofweg tegen, maar die heb ik op de terugweg in de rug, dus klaag ik niet. In Huy is het druk en staan de wegen vol met auto's die mondjesmaat opschuiven. Een ambulance en politieauto moeten erlangs en ik moet even goed opletten waar ik moet afslaan, dus even goed opletten vooral door onvoorspelbare acties van automobilisten.
De aanloop van de muur ken herken ik nog enigszins, maar de klim zelf komt niet helemaal meer overeen met mijn herinneringen van de vorige keer, 11 jaar geleden. Er stond mij een steile scherpe haarspeldbocht bij, maar behalve dat het hier best wel steil is, herken ik de bochten niet. Het bovenkomen wel op de uitvlakkende rechte weg met parkeerplaatsen. De route vervolgt over glooiend terrein richting Namen om daar de citadel te bedwingen. Eerst nog een stukje langs de Maas die hier tussen best wel diep uitgesleten wanden loopt.
De citadel is gauw gevonden en over de klinkertjes rij ik vlotjes naar boven. Halverwege rond ik de lus die onder/over zichzelf loopt en bereik de top. Na daar even rondgekeken te hebben, rijd ik nog even terug voor wat kiekjes en dan weer terug naar boven. Over de top tref ik een heerlijk glad, nieuw asfaltdek tegen die weer terug naar rivierniveau leidt. Dit inspireert om nog een keer omhoog te gaan aan deze achterkant. Soepeltjes verloopt deze mooie geleidelijke klim en daarna mag ik nog een keertje naar beneden. Lekker!
Kort voordat ik de stad uit rij, haal ik nog even wat te drinken en dan vervolg ik over een andere lange fietsroute Noordwaarts. Dit keer is het wel van fatsoenlijk asfalt voorzien, en dus veel minder een straf. Wel is het allemaal vals plat naar omhoog dan wel naar beneden, maar met de wind in de rug gaat dat prima. Veel zin in extra kilometers en het nodige spoorzoeken, heb ik niet, dus rij ik gewoon de geplande route met een slordige 40km/u op de teller. Na 161.5 km en 1561 hoogtemeters met gemiddeld 28.2km/u kom ik weer terug bij het huisje en blijkt het, te zien aan mijn linker kuit, sokrand en arm toch zonniger te zijn geweest dan verwacht.
Vanochtend ga ik in Noordelijke richting de heuvelzone per racefiets verkennen. Met een route die gebaseerd is op de Hageland Classic, rij ik richting Tielt-Winge, Scherpenheuvel en Diest om daar wat over de heuvelzone te zigzaggen. Met heerlijk weer, geheel anders dan de verwachtingen, is het genieten onderweg. Net na de Poggio van Diest tref ik nog een groep Brabantianen die vandaag hun Scherpenheuveltocht blijken te rijden. Bij toeval heb ik ook mijn clubtenue aan en volgt een wederzijdse groet. Het fietsen gaat vandaag makkelijk en met gemiddeld 30.3km/u zijn de 85.2km en 616hm gauw geslecht.
's Middags gaan we nog even met z'n driën naar Namen om de stad te verkennen. Er blijkt een straatfestival te zijn en dus is het gezellig druk op straat. Na terugkomst gaan we nog uit eten en is weer een zeer geslaagde dag voorbij.
Vandaag staat een ritje naar de Balenberg op het programma. Op de MTB, want Sven Nys heeft een leuk parcours neergelegd op deze heuvel en dat wil ik wel verkennen. Ik vertrek vanaf het huisje, m'n ouders wat later met de auto zodat we elkaar daar rond de middag treffen.
Op de heenreis heb ik heel wat stukken van ATB routes aan elkaar gelust, maar wel zoveel mogelijk over onverhard als ik kon vinden op de kaart. Er zitten daadwerkelijk hele leuke stukjes tussen door stukken bos waar echt gebruik is gemaakt van het landschap. Een mooie afdaling over singletrack langs omgevallen bomen verrast me even doordat er plots een drop van een 80-tal centimeters is die ik niet zag aankomen. Gauw de remmen los en naar achter hangen en ik kom er gelukkig zonder problemen langs.
Om half twaalf kom ik aan bij de Balenberg, dus ik kan mooi nog een half uurtje mezelf uitleven op de lussen die tegen deze bult aangelegd zijn. Er liggen een blauwe, rode en zwarte lus die in toenemende mate lastig zouden moeten zijn, maar afgezien van wat steilere hellingen omhoog zit er weinig niveauverschil in en is het niet enorm uitdagend. De lange lussen over het cyclocross-parcours zijn leuker om te doen en ook nog wel opletten geblazen omdat de ondergrond hard en droog is, met daarop een dun laagje schuivend zand/grind. Na de nodige rondjes gemaakt te hebben, zie ik mijn ouders lopen en na een paar keer roepen zij mij ook. Eventjes mijn rondje afmaken en dan een hapje eten. De croque-monsieur smaakt prima, maar de bediening is wel erg commercieel ingesteld en even uitbuiken wordt ons niet gegund. Tja...
Ik maak nog een paar rondjes op het terrein, maar merk wel dat het continue op en af wel de nodige krachten kost, dus hou ik het daarna toch voor gezien. Pap heeft zich intussen omgekleed en gaat dadelijk op de racefiets terug naar het huisje. Het zonnetje van vanochtend is helaas wat achter de wolken verdwenen, maar de temperatuur is goed. Op de terugweg zijn er nog een paar leuke stukjes bos waar ik nog wat kleine extra lusjes meepak om daarna het laatste stukje weer over asfalt- en vooral betonwegen naar het huisje terug te rijden. Met 95.8km, 1278hm en slechts 21.1km/u gemiddeld (ja, ik moet nog even wennen aan de snelheden op de MTB) was het een pittige maar mooie rit vandaag.
De koninginnerit van deze vakantie start in Alken. Met de auto worden pap en ik door moeders afgeleverd in dit kleine plaatjs ten Zuiden van Hasselt. Het is best wel druk bij de inschrijving en ook moeten we een stukje verder van de parkeerplaats naar de start dan ik dacht, dus ik ga vast voorop om de inschrijving te regelen bij de bierbrouwerij die de naam van de toertocht voert. Na terugkomst bij de poort komen m'n ouders net de hoek om en kunnen we ons klaar maken voor vertrek. Waar pap de 100km zal doen, ga ik voor de 165km met daarna nog een kleine 25km terug naar het huisje.
Uitgezwaaid door moe, vertrekken we samen op pad voor de Cristal Alken Classic. Gezien ons tempoverschil, nemen we toch al zeer gauw afscheid en rijden pap en ik ons eigen tempo. Ik ga op zoek naar een leuk groepje en rij wat kleine groepjes voorbij totdat er een paar renners blijven kleven. Met kop over kop rijden gaat het tempo omhoog en vegen we nog wat meer op totdat onze groep ongeveer 10 renners telt waarvan er een zestal op kop rijdt. Op de klimmetjes wordt stevig doorgetrokken en ik vraag me af en toe af of het wel verstandig is om zo vroeg in de rit al zo tekeer te gaan, maar wil de groep ook niet verliezen, dus rij ik gewoon mee.
Na de eerste pauze op 50km rij ik even alleen, maar al gauw heb ik weer een paar snelle jongens gevonden en stomen we verder naar het Zuiden. Er rijdt een tijdrijder voorop en die wil eigenlijk liever niet dat er overgenomen wordt, want zodra ik ook maar even overneem, komt hij er weer overheen. Prima joh, het is wind tegen, dus ik profiteer dan wel wat meer. Na een wat vlakker tussenstuk volgen nu weer heuvels, en het groepje waar ik in zit dunt langzamerhand uit omdat velen kortere varianten van de toertocht rijden.
Ik blijf over met nog 3 wedstrijdrenners met de nodige kapsones. De tijdrijder kan niet klimmen en rij ik er met gemak af als het even omhoog gaat. Hij daalt dan weer sneller omdat hij aerodynamischer op zijn fiets zit. Zijn maat wil nog wel eens naar boven sprinten om even te laten zien dat hij sneller is, en de derde is de mindere van het stel waar ze telkens op moeten wachten. De heuvels volgen elkaar nu vlotter op en ik pak lekker mijn eigen tempo. Op een langere lopende klim hoor ik ineens wat achter mij en de tweede genoemde renner komt mij nog even voorbij gereden maar keert bovenop om om op zijn maat te wachten. Dan ben ik weer alleen op heerlijk rustige wegen. Ik klim makkelijk en de wegen zijn hier ook voorzien van goed asfalt, wat heerlijk loopt. Een klim van 2-3 en af en toe 5% loopt heerlijk om bovenop uit te komen bij de tweede bevoorrading. De cake smaakt prima en ik ben blij mijn bidons weer te kunnen vullen, want het begint serieus warm te worden.
Er volgt een stuk van licht op en af met de wind in de rug. Op de grote plaat knal ik met 40km/u omhoog en 50km/u weer omlaag en rijdt allemaal kleine plukjes rijders voorbij. Waar ik dacht toch stevig te rijden, komt er op een bredere weg ineens toch nog iemand mij voorbij zetten als de klim wat steiler wordt. Het is kort voor de laatste bevoorrading, maar ik haak toch even aan en bereik zo zonder veel inspanning de laatste post.
Daarna kan ik aanhaken bij een groep waar pittig doorgereden wordt, maar wel met de nodige horten en stoten. Het is bij tijd en wijlen hollen en stilstaan en als ik het tempo er probeer in te houden, golft de meute er weer overheen. Dan maar aanhaken, al is het wel goed oppassen als de idioten op kop ineens weer de benen stilhouden en de harmonica ineen schuift. Na een 160-tal kilometers zit de toertocht erop met een gemiddelde van 33.1km/u. Na even wat gedronken te hebben, ga ik weer op pad, want ik heb nog een kleine 30km met tegenwind te gaan voordat ik weer bij het huisje ben. Het is ondertussen 29 graden en het lijf denkt dat de rit al voorbij is, dus het is nog wel even afzien. Ik besluit niet extra te pushen, en rij met een gangetje van rond de 30km/u richting Neerlinter. Kort voordat ik er ben zie ik een kraampje met ijs en kan ik de verleiding niet weerstaan. Bij terugkomst bij het huisje staan er 189.4km op de teller, 1399 hoogtemeters en een gemiddelde van 31.6km/u.
Er volgt nog een hete dag, maar 's ochtends is het nog heerlijk weer. Daarom ga ik toch nog even een ritje maken voordat ik huiswaarts vertrek. Op de mountainbike ga ik nog eens in Noordelijke richting om de ATB route van Tielt-Winge te rijden waar ik op de rit van eergisteren wat leuke stukjes was tegengekomen. De benen voelen wat stram aan en de inspanning van gisteren is nog wel te voelen. Toch is het fijn om weer in beweging te zijn en na een uurtje lossen de benen wat en gaat het prima. Na een kleine 2.5u ben ik terug bij het huisje met 58km en 545 hoogtemeters op de teller met een gemiddelde van 23.8km/u.
Terugblik
In totaal heb ik in zes dagen drie ritten op de weg en drie op de MTB gemaakt, met in totaal 648km gereden en daarin 5682 hoogtemeters overbrugd. Ik heb heerlijk gereden op zowel mountainbike als wegfiets en vooral genoten van de snel verreden toertocht vanuit Alken.