Dag:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
[Reisdetails]
Frankrijk / Duitsland 2017 - Vogezen / Zwarte Woud / Eifel
Na een druk jaar van verhuizen en klussen in mijn nieuwe huis, waarin het wielrennen op een lager pitje stond, is het dit jaar tijd voor weer een stevig trainingsdoel. Mijn keuze is gevallen op Les Trois Ballons, een cyclosportieve in de Vogezen, Frankrijk. Om de heenreis te vergemakkelijken breek ik hem in tweeën en maak een tussenstop in Luxemburg waar ik een rondje fiets, overnacht en daarna doorreis naar Frankrijk. Na de cyclo plan ik nog wat dagen in het Zwarte Woud en ga via de Eifel weer terug naar huis.
Om de reis naar de Vogezen in tweeën te splitsen, maak ik een tussenstop in Luxemburg. Het adresje van
de vorige keer is nog beschikbaar voor een redelijke prijs, dus verblijf ik weer in Esch-sur-Sûre, een klein en rustig dorpje an een riviertje dat uitmondt in een stuwmeer. Ik arriveer voor de middag en maak nog even een tochtje voordat ik kan inchecken. Ik ga op reprise met
deze route van 100km omdat ik me herinner dat daar heel wat mooi glooiende klimmen in zaten met mooie uitzichten. Het begin is iets minder mooi omdat de eerste klim over de doorgaande weg voert. Bovenop volgt een afslag naar een rustiger weggetje en kan het genieten beginnen. De vorm is goed en op het gemak, want enigszins met de handrem erop i.v.m.
overmorgen, vlotten de kilometers. Het is heerlijk weer: een graadje of 20 a 23 en volop zon. Het is vrij rustig op straat omdat het een doordeweekse dag is en het aantal wielrenners dat ik tegenkom blijft steken op slechts 2. Wel tref ik maar liefst drie "Route Barree's", waarvan de laatste echt niet te ontlopen is: heel het wegdek ligt eruit, dus even improviseren en de ronde verderop weer oppikken. Toch wel fijn om een gps toestel te hebben. De laatste 20km gaan van het hoogste punt van de route getrapt naar beneden met heerlijke stukken afdaling gevolgd door een kort knikje vals plat omhoog om dan weer verder te dalen naar het stuwmeer. Met prachtig blauw-groen aan mijn linkerzijde nog een paar km terug naar het hotel en de rit zit er alweer op.
Het inchecken verloopt net zo stroef als de vorige keer en ik herinner me weer dat de gastheer en -vrouw niet bijzonder gastvrij acteren. Ietwat nors krijg ik de sleutel van kamer 17, aan het eind van een doolhof aan gangen en trappen. Als ik, na geantwoord te hebben dat ik nog even zie waar ik vanavond ga eten, toegesnauwd krijg: "uitgebreider dan hier zul je het niet vinden, maar je moet het zelf weten", weet ik zeker dat ik ergens anders ga eten. Even verderop slaag ik met een heerlijke kippendij met aardappeltjes, groenten, en ijs toe. Op weg terug naar het hotel tref ik de vierde "Route Barree" van de dag. Vandaag heb ik, met de handrem erop, 1587 hm in 97.0 km afgelegd met gemiddeld 28.4 km/u.
Dag 2: 09-06-17 : Reisdag
Het is duidelijk ander weer vandaag: er hangt een dik wolkendek als ik de gordijnen open trek. Na een heerlijk ontbijt met vers rood en zelf te persen jus d'orange pak ik de auto in als de eerste druppen vallen. Ik zit nog maar goed en wel in de auto als een knetterend onweer losbarst en het met bakken uit de lucht komt. Hoog tijd om Luxemburg te verruilen voor de Vogezen dus. Echt fijn rijdt het niet met telkens afwisselend 90 en 110 km/u op de Franse snelwegen, maar oponthoud heb ik gelukkig niet en om 12u stipt ben ik bij het hotel. De kamersleutel is gauw geregeld zodat ik mijn spullen alvast kwijt kan en dan is het wachten op de rest van het gezelschap en de lunch. Die lunch improviseren we op de nabij gelegen parkeerplaats omdat het hotel niet toestaat dat we het terras of de tuin ervoor gebruiken, maar dit heeft ook wel weer zijn charmes.
De zon breekt door en het is gelijk warm, maar direct daarop dienen zich donkere wolken aan en even later begint het stevig te druppen. Een ander groepje renners komt besmeurd binnen en niet zozeer omdat ik niet nat wil worden, maar meer nog omdat ik er niet op zit te wachten om mijn fiets voor morgen nog eens schoon te moeten maken, besluit ik het losrij-ritje in te ruilen voor een korte voettocht naar het dorpscentrum. In mijn beste Frans bestel ik een stuk meringue bij de lokale bakker, die zowaar het grootste stuk voor me uitzoekt. Blijkbaar stamel ik al wat minder dan gisteren, toen ik echt nog even moest omschakelen naar Frans. De middag passeert vlotjes met een puzzelboekje op het terras tot we om 18u de "briefing" krijgen om ons geestelijk voor te bereiden op de uitdaging van morgen.
Het belooft heerlijk weer te worden: 26 graden met een zonnetje en 's ochtends nog wat bewolking. Perfecte omstandigheden om een stukje te fietsen. Met de wekker op 5 uur is het maar wat vroeg. Naar toilet, tanden poetsen en aankleden en dan nog even helpen om de fietsen in de wagen te krijgen voordat we om 5:45 (en geen minuut eerder hier in Frankrijk) aan het ontbijt kunnen en om 6:15u naar de start moeten vertrekken. Ondanks dit krappe schema blijkt iedereen keurig op tijd klaar te zijn en zitten we inderdaad om kwart over zes in de auto op weg naar Luxeuil le Bains. Daar de fietsen uit de auto, iedereen voldoende reepjes bij zich steken, gauw een groepsfoto en dan naar de start. Het plein voor de lokale sportvelden staat al redelijk vol als we aansluiten, maar daarna sluiten nog eens zoveel mensen aan, dus we staan ergens in het midden. Na haast-je-rep-je is het nu lang wachten tot het startschot om 7:15u gegeven zal worden. Van de echte start krijgen we weinig mee, maar als er beweging in de meute komt, is het aansluiten geblazen en stapje voor stapje naar de boog van de start. Daar (11.5 minuut later) klinkt het gepiep van de elektronische tijdregistratie bij het overschrijden van de startstreep en dan is het alle remmen los.
Het voelt zo fijn om na twee weken van relatieve rust weer los te mogen gaan en ik kan me dan ook niet bedwingen en baan me een weg naar voren. Eerst nog door zelf langs de menigte te rijden, maar dan kan ik strategisch achter anderen aansluiten en gaat het met een gangetje van boven de 50km/u in zeer licht dalende lijn langs honderden deelnemers totdat zich wat groepjes beginnen te vormen en ik met een groepje van zo'n 10 man nog een oversteek naar een voorliggend pelotonnetje weet te maken. Het is goed opletten geblazen met de ene na de andere valpartij; ik heb er wel een stuk of 4 zien gebeuren en nog 2 gezien nadat het gebeurd was. Voldoende afstand houden bij versmallingen en zo is het devies en zo weet ik uit de problemen te blijven. Een beetje bevreesd dat ik te hard van start ga, ben ik wel, maar ik hou mijn hartslagmeter in de gaten en zorg dat ik niet echt boven mijn omslagpunt kom. Het is leuk om te zien hoe de lokale bevolking massaal de huizen uit is gekomen om het schouwspel van een 3200 renners met begeleidende motoren voorbij te zien komen en luid aan te moedigen.
In de aanloop zit nog wat op en af alvorens we de eerste echte col van de dag krijgen: de Col de Servance. De weg versmalt en een lange klim van tussen 7 en 12% (gemiddeld ongeveer 8%) volgt. De groep waarmee ik reed spat meteen uiteen en voordat ik het weet, rij ik met gestaag tempo alle snelle starters voorbij en kom met voorsprong op deze groep boven. Wel heb ik zo af en toe een duwtje moeten geven als roepen niet hielp om vrij baan te krijgen van lompe gasten die breeduit geparkeerd staan. In de afdaling is het oppassen voor slechte dalers (ook die zijn er hier voldoende) en een nieuwe groep vormt zich waarmee we de vallei doorkruisen naar de Col d'Oderen. Aan de voet kan ik nog net even wat water bij tanken bij een extra ingelaste bevoorrading en dan naar boven om Stephanie, onze begeleidster van vandaag, te treffen, die mij begroet met "Amai, Gert-Jan, gij, nu al hier". Op 90km van de start is het nu 10:20u en Stephanie weet te vertellen dat de snelsten om 10:05u boven waren. Een kort rekensommetje leert dat ik op 90km slechts 3.5 minuut langzamer heb gereden dan de kop; ging het echt zó hard vanuit de start? Hoe dan ook, het gaat lekker en ik ben van plan om dat nog even door te trekken. Gauw prop ik wat pannenkoeken naar binnen, een stuk koek en wat water, vul mijn bidons en pak nog wat reepjes voor onderweg. Nog even plassen en dan gauw weer verder.
Doordat ik hier gestopt ben, ben ik de groep die ik bijna te pakken had natuurlijk kwijt. Een heerlijke afdaling volgt waarna ik de achtervolging doortrek op zoek naar de groep waar ik net bijna bij was. Op de Markstein/Gran Ballon krijg ik ze in zicht en zie ik dat de groep in tweeën uiteen valt. De achterste helft raap ik op, maar de voorste helft blijft buiten bereik. Op het vlakke tussenstuk heb ik moeite om op te schakelen als er wat renners voorbij komen, maar als het laatste steile stuk zich aandient, gaat het weer goed. Bovenop de bevoorrading even plunderen en door de afdaling in. Het rennersveld wordt nu echt wel dungezaaid, maar nog steeds worden alle kruispunten vrijgehouden en kunnen we in alle vaart de kruisingen over denderen. Geweldig geörganiseerd!
Aan de voet van de Col de Hundsrück is het tijd voor weer een vlotte plaspauze en dan is het alweer klimmen geblazen. Nog steeds gaat het goed, al begint mijn fiets toch weer vervelend luid te kraken... blijkaar op voorhand het euvel nog altijd niet helemaal weg weten te krijgen. Na een korte afdaling volgt een stuk vals plat door het dal waar mensen al minder geneigd zijn om kopwerk te doen. De laatste bevoorrading doe ik aan en neem iets meer tijd voor wat verfrissing in de vorm van stukken sinaasappel alvorens de Ballon d'Alsace aan te vatten. Deze valt me een stuk zwaarder dan de rest en blijkbaar heb ik hier mijn moeilijke momentje van de dag. Nog maar weer eens een reep naar binnen werken met voldoende water ondanks de misselijkheid van al die zoete troep die ik vandaag al op heb, en doorgaan. Bovenop ook niet aarzelen en hup weer een lekkere afdaling in. Ik haal wat mensen in die mij daarna blijven volgen, maar bouw ook voldoende marge in omdat ik ondertussen ook vermoeid ben.
Dan de laatste vallei, waar geen mens meer op kop wil rijden omdat de gevreesde Plance des Belles Filles eraan komt. Vooruit, dan sleur ik wel weer aan de kop. De rest mag van mijn bordje eten, maar ik zorg er wel voor dat ik degene ben die het aflikt. Enigszins op reserve rij ik gewoon mijn tempo en laat de rest in mijn wiel zitten (iemand in je wiel levert je altijd nog een paar procenten winst op qua luchtweerstand). Na een lange beurt op kop met de elleboog schudden lokt gelukkig nog een paar anderen uit hun kot om ook nog iets van kopwerk te doen, maar dan is het alweer mijn beurt. Nou ja, we zijn bijna bij de klim en dan hoop ik dat er nog voldoende in de benen zit. Die voelen toch wel weer goed aan, dus ik heb goede hoop.
Kort voor de afslag is alvast een fors knikje omhoog en daar springt zowaar iemand uit mijn wiel om even te laten zien dat hij daar met de grote plaat overheen kon. Ik ben echter blij te zien dat hij vervolgens na de afslag van de Planche meteen stilvalt en ik erop en erover kan. Ik doe nog een laatste keer waar ik goed in ben: eigen tempo pakken, vasthouden en geconcentreerd naar boven blijven malen op een klein verzetje. Er rijdt hier een mengeling rond van de lange en de korte afstand, dus is het weer één groot inhaalfestijn van een grote variatie aan wielrenners. Ééntje roept continue om zijn moeder en gilt uit dat het zo'n pijn doet. In het voorbijrijden zeg ik dat hij zich niet zo moet aanstellen, maar dat heeft de Fransman vast niet verstaan, want hij gaat vrolijk door met zijn show. Anderen roepen mij zo nu en dan ook wat toe, maar dat is vooral van het soort "Plus Fort!" of "Trop Fort!", wat me extra energie geeft om boven te komen. Ik weet dat na de parkeerplaats, waar de helling even afzwakt tot een paar procent, nog een rotstuk van 15% komt en word er dus niet door verrast. Met een laatste krachtsinspanning mag nu alle energie eruit en ik sprint de laatste 300 meter naar de finish en voel de pijn pas als ik over de streep ben, die ik om 15:15u overschreid.
Na even uitrijden en uithijgen is het tijd om mijn diploma op te halen. Het verdict is dat ik een totaaltijd heb van 7u49 voor 211km, wat goed is voor een gemiddelde van 26.97km/u. Mijn Garmin geeft aan 212km in 7u49 met 27.1km/u gemiddeld en 27.8km/u zonder de momenten van stilstaan (7u38). Daarmee zit ik ruim binnen de limiet voor goud (9u20 voor mijn leeftijdscategorie) en ben ik 138e in mijn categorie en 307e overall. Missie geslaagd!
Na de pastamaaltijd te hebben opgehaald en wat in de schaduw gezeten te hebben, bel ik Stephanie die bijna aangekomen is bij de voet van de Planche des Belles Filles. Nog even wachten en dan naar daal ik af naar de auto waar het lange wachten begint, maar dat wist ik van tevoren. Michiel en Dries weten ook goud te scoren door net binnen de tijdsgrens van 9u20 te blijven en de rest volgt later. Nog even goochelen met auto's om alle materieel en mensen weer terug in het hotel te krijgen, maar dan mogen we eindelijk omstreeks kwart voor negen aan tafel, nog net op tijd, want de keuken wil sluiten. Om 22:20u zijn we eindelijk klaar en wil ik maar wat graag naar bed. Moe, maar zeker voldaan val ik als een blok in slaap.
Vandaag wordt het heet, dus na enigszins uitslapen (tot 7u) toch op tijd vertrekken. Aan het ontbijt tref ik de rest van het gezelschap nog voordat zij terug naar België afreizen. Ik heb geregeld dat ik nog even kan douchen na terugkomst van een ritje. Het lijf staat blijkaar nog in herstelmodus, want ik krijg mijn hartslag niet omhoog en het klimmen gaat moeizaam. Het helpt ook niet mee om vanuit het hotel meteen de klim te moeten aanvatten. Alle hellingen voelen 2 a 3 procentpunt zwaarder dan dat de km-teller aangeeft en gelukkig kan ik nog wat kleiner schakelen om toch op het gemak te kunnen rijden. Ik kort de geplande rit in tot 80km om niet te forceren, maar vooral omdat het hier erg lastig blijkt om een cafeetje of zo te vinden om wat te drinken of om überhaupt ergens water te kunnen bijtanken. Wel zitten er nog altijd een vijftal klimmen in de rit, maar zoals gezegd, gaat het vandaag piano. Met mazzel tref ik de eigenaar van een restaurant dat eigenlijk gesloten is, maar hij voorziet me met plezier van een bidon vol gekoeld water. Heerlijk! Daarna vlot de slotklim tussen Remiremont en Le Val d'Ajol snel en ben ik kort na de middag weer terug. Na het douchen stap ik in mijn bloedhete auto en reis ik in anderhalf uur, over een stuk fonkelnieuwe snelweg naar het Duitse Badenweiler, waar ik zeer vriendelijk onthaald wordt door de oudere eigenaresse van een ietwat gedateerd "gasthaus" met keurige ruime kamers, en goed bed en zelfs prima wifi-verbinding én BVN op tv. Vandaag 81.5km, 1572hm met 23.3 km/u gemiddeld.
De dag begint bewolkt en de verwachting zegt onweer. Onduidelijk is echter wanneer dat gaat gebeuren. De verwachting van regen verspringt van "binnen een halfuur valt er regen" naar "de komende twee uur geen regen", maar de grootste kans op onweer lijkt toch in de ochtend te zijn. Ik besluit daarom mijn tochtje naar de middag te verschuiven en de ochtend te gebruiken om mijn reisverslag bij te werken. Heerlijk in de schaduw op het balkon zittend, zie ik echter de lucht open trekken en een strakblauwe hemel dient zich aan... zou ik toch verkeerd hebben gegokt? Later betrekt het weer, maar het blijft wel droog. Nou ja, een ochtendje luieren op het balkon en mijn reisverslag bijwerken is ook niet verkeerd.
Als na 10u de lucht toch weer open lijkt te trekken en de regenkansen in de verwachtingen verder omlaag worden bijgesteld, besluit ik het er toch op te wagen. Vanuit de start mag ik direct weer klimmen en waar ik dacht een lichte klim door het dal te krijgen, gaat het bijna direct aan 7 a 8% omhoog. De klim is erg regelmatig maar houdt lang aan. Drie andere wielrenners staan geparkeerd als ik ze voorbij vlam en dan gloort de top. Bovenop spreek ik kort twee Duitse vakantiegangers die vol verbazing keken naar mijn vlotte tred. Ze wouden naar Blauen, maar die berg ligt toch echt een eind verderop. Met de GPS maak ik ze duidelijk waar ze moeten wezen en dan duik ik de afdaling in. De klim naar Belchen volgt terwijl de lucht weer dicht trekt vol donkere wolken. Als het maar droog blijft... Daarna kort afdalen, nog even klimmen en dan een mooie lange afdaling naar Münstertal. Ik heb niet zeer rijkelijk eten bij me gestoken en ben daarom blij een terrasje te zien dat open is op maandag. Het blijkt een bakker/konditorei te zijn, waar je ook wat te drinken kunt krijgen. Ik ga voor een stuk Schwarzwalder Kirschtorte en een kop thee. Ik heb honger en voordat je met de ogen kunt knipperen was de taartpunt al verdwenen. Daarom nog maar een keer in de vitrine gekeken en onder het mom van "Ich glaube ich brauche noch etwas Energie", nog een stuk Johannesbeertorte besteld.
De wolken waaien weer weg en de zon brand er nu stevig op als ik de slotklim aanvang. Het gaat zwaar, maar als ik op mijn klokje kijk, snap ik waarom: 13%, en dat met twee stukken gebak op de maag. Gelukkig zwakt de hellingsgraad weer wat af richting de top en mag ik nog een heerlijke afdaling rijden. Tot besluit klim ik nog even naar het centrum van Badenweiler en maak een verkennend rondje door het dorp waarbij ik nog even een ijsje scoor bij de lokale Italiaan. Vlakbij het hotel koop ik nog wat kersen en aardbeien en 's avonds volgt flammkuchen om weer aan te sterken voor de pittige rit die morgen gepland staat. Vandaag 98.2km en 2672hm met 23.8km/u gemiddeld.
Vandaag is het een
BIG dag, oftewel, flink wat klimmen uit de lijst aan elkaar geplakt om ze aan
mijn lijstje te kunnen toevoegen. Ik ben er blijkbaar goed in om routes te plannen die direct uit de start lastig zijn, want nadat ik bijna het steegje voorbij gereden ben, krijg ik met koude benen 20% voor de kiezen. Het blijkt een doorsteekje naar de grotere weg te zijn, wat mij bij het plannen niet opgevallen was. Even dooorbijten dan maar. Dan volgt een heel stuk Noordwaarts over glooiende wegen tussen de wijngaarden door voordat het echte klimwerk begint. De eerste klim is over een smal weggetje dat telkens steiler wordt en even 13% aan tikt. Gelukkig is hij niet zo lang. Na een korte afdaling volgt de mooie klim Schauinsland waarna ik afdaal richting de voet van de Feldberg, een klim over een drukke weg, maar hij leidt naar het hoogste berijdbare punt in het Zwarte Woud, dus mag hij niet ontbreken. Bovenop volgt nog een kort steil stuk naar de uitzichtspunten en dan ga ik rechtsomkeert om wat drinken en een punt Scharzwalder Kirschtorte te scoren bij een eetgelegenheid die ik op de heenreis al had gespot. De tegenstelling met de volgende klim kon niet groter zijn: een heel smal weggetje door het bos, heerlijk in de schaduw, leidt naar de Weissenbachsattel. Heerlijk rustig, want ik kom slechts 1 fietser, 1 motor, 1 auto en een voetganger tegen op deze klim van 11 km. Ik ben het helemaal eens met
dit reisverslag dat dit de mooiste klim is die ik in het Zwarte Woud ben tegengekomen.
Na weer een heerlijke afdaling volgt een stuk vals plat omlaag naar Zell im Wiesental waar ik toe ben aan een tweede stuk gebak: Himbeeren torte, heerlijk! Vanuit het dorp is het direct weer aan 15% omhoog, maar dan vlakt de klim gelukkig wat af. De "motor" is nog goed op stoom als ik één voor één een stel Britten voorbij knal. Met enige ironie groet ik ze uiterst vriendelijk ,maar ze zullen er wel het zijne van gedacht hebben.
Tot slot volgt een lange en pittige klim naar Blauen, waar je heel wijds over de vlakte richting Frankrijk en Zwitserland kan kijken. Het valt nie tmee in de warmte, maar nog enigszins fatsoenlijk kom ik boven; mooi zal het er echter niet meer uitgeizen hebben, want het gaat wel op karakter. Bovenop help ik nog even een Amerikaanse haar derailleur af te stellen en dan duik ik voor de laatste keer vandaag de diepte in, terug naar Badenweiler. Nog even goed vaart maken op een lang stuk 12% omlaag en daarna de schrik om het lijf als ik met beide wielen over een kei stuiter bij het uitkomen van een bocht die ik iets krapper moet nemen dan verwacht door een tegenligger. Gelukkig hou ik de fiets recht en kom weer veilig aan bij het hotel.
Na een flinke maaltijd, die vandaag hard nodig is om de honger te stillen, schrijf ik het dagverslag op mijn balkonnetje onder muzikale begeleiding van de plaatselijke blaaskapel die vanavond repetitie heeft. Vandaag zijn 163.5km en 4169 hoogtemeters afgelegd met gemiddeld 23.8km/u.
Vandaag staat een dreiländertour op het programma. Eerst klim ik nog even naar Blauen, daarna zal het parcours een stuk vlakker worden; vandaag dus een iets makkelijker parcours na de zware rit van gisteren. De klim naar Blauen valt me echter niet licht; de lange stroken van 10% over slecht wegdek gaan maar traag voorbij. De opeengestapelde inspanningen van de afgelopen dagen beginnen wat te tellen, zo lijkt het. Bovendien doet mijn derailleur lastig als ik, in een poging om van het hinderlijke gekraak van mijn fiets af te komen, mijn achterwiel los en weer vast heb gezet. Op de top ben, vandaag, ik degene die aan zijn versnellingen mag morrellen. Na wat sleutelen heb ik het weer fatsoenlijk aan de praat en kan ik afdalen nadat ik nog even heb uitgekeken over de Rijnvallei waar ik dadelijk doorheen zal rijden. Eerst steil afdalen en daarna een heerlijk lang uitgestrekte bijtrapafdaling waarin ik de vaart er lekker in houd.
In meest dalende lijn improviseer ik wat rond de doorgaande wegen om wat rustiger, qua verkeer, te kunnen rijden riching Basel. Ik pak een heel klein hoekje van Zwitserland mee, maar dat blijken wel de gevaarlijkste kilometers van vandaag: overal tramrails in de lengterichting van de weg, verkeerslichten, druk met autoverkeer en bovendien heel wat politie op straat, zo tussen twee nabij gelegen grensovergangen. Daarna volgt gelukkig wat rustiger parcours in Frankrijk. De lange rechte wegen zijn echter niet zo aansprekend en ondanks dat ik dicht langs de Rijn rijd, zie ik er maar bar weinig van. Zo had ik het niet in gedachten toen ik de route uittekende. De wind staat licht tegen maar de weg loopt heel lichtjes af omdat ik me stroomafwaards begeef. Remedie tegen die saaiheid: plat liggen en de benen het werk laten doen. Denkend aan Tom Dumoulin en zijn Giro overwinning, rijd ik hier mijn tijdrit van een vijftigtal kilometers.
Onderweg tref ik nog één bakker die open is rond het middaguur en doe me tegoed aan een frambozentaartje en weet met moeite nog wat koud water te krijgen van de norse dame achter de toonbank als blijkt dat er alleen gloeiend heet water uit de tap op het toilet komt. Het is fijn om Duitsland weer binnen te rijden, want aan deze kant van de rivier is veel meer te zien en zorgen de wat slingerende wegen voor een beetje meer afleiding. Om toch aan mijn kilometers te komen vandaag, maak ik nog een extra lusje met wat korte klimmetjes voordat ik terug ga naar het hotel.
Dag 8: 15-06-17 : Reisdag
Het belooft heet te worden op de reisdag, dus ik vraag of het ontbijt iets eerder kan zodat ik vroeg kan vertrekken. Nog gauw even tanken en langs de bakker en dan zet ik koers richting het Noorden. Om 8 uur geeft de thermometer al 26 graden aan en hij zal doorstijgen naar 33°C. Niet echt een pretje zonder airco, en ramen open op de Duitse snelweg is ook niet zo fijn als je stevig doorrijdt. Gelukkig rijdt het verkeer prima door en afgezien van wat wegwerkzaamheden waar het tempo er even uit gaat, heb ik geen vertraging. In tegengestelde richting staat het verkeer geregeld wel vast, dus ik heb mazzel. Om 13u kom ik op mijn bestemming aan, maar een briefje op de deur van het hotel zegt dat ze toch echt tot 15u gesloten zijn en dan pas ingecheckt kan worden. Het is me te heet om te gaan fietsen, dus ik vis mijn zwembroek uit de koffer en ga naar het nabij gelegen zwembad om wat af te koelen. Tegen de tijd dat ik er genoeg van heb blijkt het al bijna 15u te zijn en keer ik terug naar het hotel. Na het inchecken even lekker douchen en dan wielrennen kijken (Ronde van Zwitserland). Ondertussen barst een onweer los en ben ik blij dat ik niet toch op de fiets zit. De door de gastvrouw beloofde barbecue valt letterlijk in het water, maar met wat improviseren van de kok worden de barbecue-ingrediënten toch vanuit een pannetje op mijn bord getoverd en het smaakt prima. Daarna lekker met de beentjes omhoog en geestelijk voorbereiden op morgen, de laatste fietsdag van deze vakantie.
Het onweer van gisteren en de wind van vandaag hebben allerlei pollen losgemaakt die vandaag mijn allergie stevig voeden. De eerste helft van de rit is dan ook niets anders dan één groot snotfestijn. Het is bovendien ronduit koud vandaag en de zon wil maar niet door de wolken heen breken. Zonder enige vorm van motivatie rijd ik rond en kijk vooral uit naar het stuk gebak dat op 65km van de start als een wortel voor hangt. Al snotterend kies ik mijn stukje Rabarber taart uit met een kop hete thee, wat ik binnen opdrink om weer wat op temperatuur te komen. Ik rijd verder, maar heb al wel een route in gedachten om verkort terug naar het hotel te gaan. Plots, met zo'n 90km in de benen krijg ik er weer wat meer zin in en vervolg ik toch maar het originele plan. Ik pas alleen wel de route iets aan om niet de laatste 40km alleen maar tegenwind te hebben en besluit nog een extra klimmetje in te lassen, omdat die me zo lekker ligt: steil in het begin en dan lang doortrekken tot op de top. Met toch nog 140km op de teller kom ik terug in Badenweiler en beloon ik mezelf met een stuk ijstaart en een kop thee (zou het één het ander compenseren?) en rijd nog even (na zoeken) langs een restaurant om te kijken of dat een optie is voor vanavond, maar het blijkt gesloten. Dan gaan we vanavond de hamburger van het hotel proberen als afsluiting van deze vakantie. Morgen terug naar huis.
Terugblik
In totaal heb ik in zeven fietsdagen 950 km gereden en daarin 18612 hoogtemeters overbrugd. Het hoofddoel was Les Trois Ballons, naar tevredenheid gereden en een hele belevenis. Het Zwarte Woud kent ook hele mooie klimmen en biedt voldoende mogelijkheden om dorst en honger onderweg te stillen, veelal met heerlijke "Kuchen" of "Torte". Tot slot passeer ik de virtuele grens van 100000km (in 12.5 jaar tijd, race en cyclocross gecombineerd) met de laatste rit van deze vakantie.