Dag:
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
[Reisdetails]
Slovenië & Italië 2018 - Julische Alpen
Dag 0: 16-08-18 : reis
De wekker staat op 5 uur. Gauw even opfrissen en ontbijten, de auto inpakken en dan op pad. Om 5.40u rij ik van huis op weg naar Bled, Slovenië. Om 9.30u is de tank leeg en maak ik mijn eerste stop. Tot dan toe nog geen file gehad. Dat had ik natuurlijk niet mogen denken, want zodra ik weer op pad ga, mag ik direct aansluiten in de rij voor de wegwerken die direct na de parkeerplaats volgen. Gelukkig rijdt het al gauw weer en gaat ook de daarop volgende 350km vlotjes. Als ook München achter de rug is nog maar even pauzeren en lunchen en dan door naar Oostenrijk. Tot aan Salzburg is het druk met zo nu en dan stilstaan en langzaam rijden, maar aan de andere kant van de vangrail zie ik een heuze monsterfile. Het zal om en nabij de 80 tot 100km zijn geweest dat het hutje mutje stond. Door Oostenrijk gaat het weer vlotjes, afgezien van lange stukken maximaal 100km/u; ten slotte door de tolpoortjes voor de Karawankentunnel. Tegemoet komen de auto's stapvoets, maar mijn richting rijdt vlotjes met 80km/u door de 8 kilometer lange tunnel. Als het daglicht weer te zien is, staat de andere kant van de snelweg muurvast en jan en alleman is uit de auto gekomen om te zien wat er wel loos is. Ben ik blij dat ik nog niet terug naar huis hoef; maar eens even nadenken hoe ik over twee weken retour ga. Nog een klein stukje en dan naar Bled. Het lijkt wel of er hier iets speciaals te beleven is, want het rijdt stapvoets het dorp in. De gastvrouw weet mij, na een zeer hartelijke ontvangst, te vertellen dat dat iedere dag is en ze bijna geen boodschappen durft te doen omdat ze 40 minuten kwijt is om de 2km terug weer af te leggen. Het toerisme is hier zo geëxplodeerd dat Bled één groot verkeersinfarct is geworden. Gelukkig zit ik net buiten het centrum en op de fiets kan ik overal prima tussendoor laveren.
's Avonds even het dorp verkennen en een blik werpen over het schitterende meer met de bergen op de achtergrond, een hapje eten dan nog even lekker op het terras zitten.
Op tijd naar de bakker voor wat verse broodjes en dan op pad om de hitte een beetje voor te blijven. Als opwarmertje knal ik even naar het kasteel van Bled om daarmee weer een
"BIG" te scoren. Een korte maar hevige klim die maar even op de macht moet. Als ik de laatste bocht om zeil, rij ik bijna recht af op een parkeerwachter die hier de automobilisten wat geld uit de zak moet kloppen, maar mij kijkt hij aan en geeft een goedkeurend knikje als hij ziet hoe ik boven kom. Met lichte trots knik ik vrolijk terug.
Vanuit Bled mag er direct geklommen worden. Ik had geen profiel gevonden van de klim waarmee ik start, maar in de buurt is alles zo'n 6-7 procent, dus het zal wel meevallen, dacht ik... Het eerste bordje 'pas op' zei 12%, en dat duurde een kilometer of 2. Het tweede bordje zei 18%... het moet toch niet gekker worden. Gelukkig lijkt dat laatste een beetje overdreven, maar kilometers lang blijft het boven 10% en daarmee toch best pittig. Ik fiets wat lopende 'fietsers' voorbij die ik vriendelijk groet terwijl ik opschakel omdat het ietsjes lichter wordt (lees: 9.5%). De weg leidt naar een sportcomplex waar een grote groep jonge biatleten op rollerskis aan het oefenen is op een parcours met spiegelglad asfalt en een brede schietbaan. Dat zou ik ook nog wel eens willen doen.
Het laatste stuk van deze doodlopende weg was licht bergop, dus nu heerlijk bijtrapafdaling om daarna een echte afdaling te worden over slecht asfalt. Goed opletten, maar lekker de vaart erin houden en her en der wat auto's voorbij steken, ook al is niet iedere chauffeur het daarmee eens. Maar ja, je moet wat als je een stuk sneller bent op twee wielen.
Er volgt een licht lopende weg naar het 'tweede' meer van de regio, het Bohinj meer. Het is er druk en een Fransman met een auto die nog drie keer breder is in zijn verbeelding zit me geregeld in de weg door voortdurend helemaal stil te gaan staan terwijl er zat plaats is om tegemoetkomend verkeer te passeren. Aan het eind van de weg (die tot aan de andere kant van het meer loopt) keer ik om en ga terug naar het laatste plaatsje om een lekker stuk gebak en thee te bestellen. Er volgt nog een stuk saaie drukke weg vals plat naar beneden, maar wel met tegenwind, terug naar Bled. Blij dat ik de route niet andersom gepland had kom ik terug in het toeristenwalhalla, waar ik nog maar weer eens wat slalomkunsten uit de hoge hoed tover om vlotjes het dorp door te komen.
Terug bij het hotel zit het heerlijk op het terras onder de druivenranken, waar ik nog wat broodjes en overheerlijke druiven naar binnen werk tijdens het schrijven van het verslag van vandaag. Terwijl ik het verslag schrijf komt er een merel een druifje pikken en vlinders en bijtjes vliegen af en aan tussen de hortensias.
Met 103km en 1660hm een mooie start van de vakantie.
Vandaag een pittige etappe. Om de rit niet onnodig lang te maken, pak ik de auto naar Kranj (30km verderop) om van daaruit een rondrit te makan. Mijn plan om de snelweg (en daarme tolvignet) te vermijden mislukt omdat de parallelweg is opgebroken. 15 euro armer en een week-vignet (ze hebben geleerd van Oostenrijk dat je niet op de wensen van de klant moet aansluiten, maar gewoon geen alternatieven bieden) rijker tuf ik verder en vind gauw mijn op googlemaps gespotte parkeerplaatsje waar ik de auto mooi in de schaduw kwijt kan. De fiets uit de auto en op pad.
Vanuit de start is het 30km lang klimmen langs de rivier naar boven. Met 1-2 procent aan stijging gaat het vlot vooruit en menig fietser draait een slag in de rondte als ik voorbij kom zetten; de benen voelen sterk vandaag. Naar de top toe wordt het wat lastiger met percentages rond 7-8 procent, maar het blijft lekker lopen totdat het uitzicht naar boven toe vrijer wordt en de pashoogte bereikt is op de Seeberg Sattel. Na een kort fotomomentje op de Sloveens-Oostenrijkse grens daal ik af over een mooi glad wegdek voor een lusje door Oostenrijk. Vanaf de brede weg vorkt een smal weggetje, waar ik in moet voor de klim naar Pavlicevo Sedlo. Deze klim is alles wat de vorige niet was: kort, onregelmatig en zeer pittig met gemiddeld 10.3% over 5 kilometer met regelmatig uitschieters naar 14% en een volledige kilometer boven de 12%. Hier merk ik dat ik geen typisch klimmers type ben, want makkelijk gaat het niet meer. Toch nog met enig fatsoen kom ik boven waar de Oostenrijkse douane staat te controleren wat er allemaal de grens over komt zetten. Ik mag gelukkig gewoon door en duik de afdaling in.
De weg die ik eigenlijk wou nemen is afgesloten, maar de parallelweg is wel begaanbaar. In het dal vind ik een cafeetje waar ik vraag wat voor gebak ze hebben. Het antwoord is: "geen, maar we hebben wel pannenkoeken". Nou, dat klinkt ook niet verkeerd kort voor het middaguur. Na twee pannenkoeken met aardbeiensiroop te hebben verorberd en de bidons weer gevuld, gaat de reis verder. Van deze kant van de klim naar Crnivec heb ik geen staatje kunnen vinden, maar de andere kant is maximaal 7 procent. Tja, ook ditmaal blijkt dat niet te extrapoleren naar mijn kant, want geregeld staat de teller op 11% terwijl traag de aanmoedigingen voor Primos Roglic onder mij door schuiven. Bovenop nog maar weer wat water scoren en dan naar beneden. Heerlijk afdalen tot in het dal en dan op zoek naar de op gps ingetekende weg. Deze blijkt echter na een viertal kilometers over te gaan in een grindpad, dus rechtsomkeert en een alternatieve route verzinnen. Iets verder het dal in en dan maar over de drukke weg. Gelukkig staat de wind in de rug en dus met een gangetje van rond de 40km/u tuf ik weer richting Kranj. Natte weg door een zeer recente regenbui en nog een wegomleiding, kan er ook nog wel bij, en dan het laatste stukje van de geplande route oppakken om terug te komen bij de auto. Flink afgepeigerd maar voldaan met deze tocht over 3
BIG klimmen, in totaal 4190 hoogtemeters over 130 kilometer, gaat de fiets weer de kofferbak in en vul ik mijn vochttekort aan met lekker koude sportdrank.
Bij terugkomst bij het hotel de fiets schoonmaken en dan zin maken om richting centrum te sloffen bij 30 graden om een hapje eten te scoren. Gelukkig zakt de zon hier rond acht uur 's avonds al achter de bergen en koelt het lekker af zodat het verslag van de dag nog even geschreven kan worden op het terras.
Gisteravond vielen de oogjes al op tijd dicht, dus ik ben ook op tijd wakker. Dat komt prima uit, want ik moet op tijd op pad om weer terug te zijn voordat ik 's middags op Canyoning-avontuur ga. Een stukje gaat over dezelfde route als eergisteren en dus knal ik als opwarmertje nog maar even naar het kasteel. De benen zijn weer wakker na een toch wel moeizame start; de rit van gisteren zit nog wat in de benen. Na een aantal kilometers sla ik af van de bekende route: een schitterende weg door het dal, langs de rivier en door het bos. Bovenal is hier pas recentelijk geasfalteerd, want het wegdek ligt er schitterend bij. Met stijgingen van 1 a 2 procent kan ik heerlijk op het gemak peddelen over deze rustige weg. Aan het eind van het dal is echter een kleine verrassing... Een waarschuwingsbord aan de voet verraadt wat er aan komt: 18%, zowaar een muur van Huy hiero, met ook twee haarspeldbochten na een reeds steile aanloop. Ik ben net een wielrenner gepasseerd die ongeveer even hard reed, maar duidelijk niet kan klimmen, want hij staat meteen stil terwijl ik op de macht naar boven ga. Niet veel later (gelukkig), is de top bereikt en is het heerlijk afdalen. Ik had een fietsroute gespot op de kaart, maar die blijkt na een paar kilometers in onverhard over te gaan, dus iets vroeger dan gepland keer ik om en ga weer terug. Nog even een fotootje nemen bij de schitterend blauwe rivier en dan verder het dal in. Terug naar Bled is het lekker bijtrappen met af en toe even een knikje naar boven. In een stuk lichte afdaling tikt er plots een bij tegen mijn vinger aan en meteen weet dat beest te steken met een ferme pijnscheut en stoot adrenaline tot gevolg. Toch maar even flink in de remmen en uitzuigen. De laatste kilometers trappen vlot weg, vast op adrenaline. Mooi op tijd ben ik terug, dus douchen en dan lunchen op het terras. Deze wat kortere fietstocht was 69km met 862 hoogtemeters.
Om 15.00u zorg ik dat ik bij de verzamelplaats ben voor het Canyoning. De begeleiders Rok en Mitja rijden ons naar hun vaste plek in de buurt van Nomenj. Op een houten vlonder kunnen we ons omkleden en krijgen we de eerste instructie. Er volgt een korte wandeling richting waterval en dan moet er nog een stukje geklauterd worden om bovenaan de waterval te komen. Het is in de regio lang droog geweest, maar hier is nog voldoende water te vinden, al stroomt de waterval niet, maar bestaat hij op dit moment uit poelen met stilstaand water. Boven aangekomen moeten we nog even wachten omdat er een grotere groep voor ons is, dus we doen rustig aan en krijgen de uitgebreide uitleg over wat ons te wachten staat. We kunnen van start en beginnen met een stukje abseilen naar een plateautje waarvanaf de eerste sprong volgt, een meter of 3; de hoge duikplank in het zwembad. Als iedereen beneden is volgt de tweede sprong, een meter of 5. De rest is wat aarzelend, dus laat G-J dan maar als eerste gaan. Af en toe wat zwemmen, doorwaden en klauteren leidt tot de volgende sprong. Nu wordt het toch wel serieus, want dit is een meter of 7. "Benen gebogen" wordt nog meegegeven, "want je gaat de bodem raken". Op het randje lijkt dit toch best wel hoog, maar na een seconde van twijfel spring ik.
De volgende sprong is ongeveer even hoog, maar kent als complexiteit dat je ook voldoende hard moet afzetten om over een uitstekende rots te komen. Ik heb een tweetal seconden nodig aan geestelijke voorbereiding, maar spring dan resoluut. Wow, met een heerlijk gevoel plons ik in het water, laat me tot op de bodem zakken en zet dan af om weer naar het oppervlak te gaan. Er volgt nog een sprong van ongeveer 8 meter hoogte en dan nog een lang stuk abseilen om het einde van de waterval te bereiken. Ter afsluiting volgt nog een sprong van de brug over de rivier. Nog eventjes dobberen en dan zit het er weer op. Wat een heerlijk avontuur!
's Ochtends eerst de bagage van de kamer in de auto en dan ontbijten. Na gauw wat verse broodjes gegeten te hebben, ga ik op pad voor een niet al te ingewikkelde etappe. Een klein beetje klimmen, wat op en af en zien hoever ik vanuit het dal de berg op kom. Na een geleidelijke klim vanuit Bled volgt een korte maar lekkere afdaling over prachtig nieuw asfalt naar Jesenice, dan licht bergaf naar Poljce en dan een rustige weg met op en af naar Trzic om de Dovzan kloof te verkennen. Het blijkt een heerlijk rustig weggetje langs een riviertje te zijn, erg onregelmatig met soms 14% en dan weer 2%. Het asfalt eindigt op een soort van plateau waarvanuit alleen nog een kiezelweg verder gaat. Hier keer ik om en ga terug om nog even in het zonnetje bij een stroomversnelling te zitten en een stuk reepkoek te eten. Na de afdaling loopt de weg nog in licht dalende lijn door en het laatste stuk gaat nog wat licht op en af. Door het vele schakelen, merk ik echter dat mijn voorderailleur niet meer doet precies doet wat hij zou moeten; het euvel dat ik herken van een vijftal jaren geleden: de buitenkabel komt door de eindkap heen de shifter in getrokken. Straks maar even naar kijken. Bij terugkomst bij het hotel kan ik nog even douchen en neem daarna afscheid van de zeer vriendelijke gastvrouw. Ik smeer nog gauw even wat broodjes voor de lunch die ik als picknick verorber op een rustig plekje langs een rivier. Daarna zet ik koers naar de grotere plaats Kranj om een nieuwe versnellingskabel te halen. Gelukkig heb ik vanmiddag nog mooi de tijd om die te monteren zodat ik vanaf morgen weer goed kan schakelen. Op de hotelkamer sleutel ik de kabel op z'n plek.
's Avonds treft deel 1 van het cycletours gezelschap in het hotel in Lesce, de busreizigers volgen morgenochtend. Ook dit jaar zijn er weer wat bekende gezichten van eerdere reizen present en tijdens het eten blikken we alvast vooruit wat nog komen gaat.
De busreizigers zijn vroeg, dus kunnen we samen ontbijten. De start is een beetje rommelig omdat de bus van de begeleider pas later komt, maar uiteindelijk komt iedereen prima op pad. Samen met Sjoerd en Roy vorm ik een groepje waarmee we door eerst naar Bled en later door het dal richting Kransjka Gora fietsen. Voor het venijnige klimmetje aan het eind van het dal, dat ik eergisteren al verkend had, heb ik nu voorkennis en dat scheelt een hoop. Ik kan mijn krachten mooi verdelen en ga direct door de afdaling in. Beneden wacht ik de anderen op en samen gaan we verder naar de voet van de Vrsic pas. Niet ver na de start pakt ieder zijn eigen tempo en begint de klim nog redelijk makkelijk, maar daarna starten de onregelmatige stroken waar geregeld 14% aangetikt wordt en de bochten op klinkertjes ook niet echt meehelpen. Langere stroken van 12% over nieuw asfalt voelen ook aan alsof het achterwiel blijft kleven, maar toch vlot deze klim prima. Één momentje heb ik het even zwaar en zakt het tempo naar 8km/u, maar door mezelf even streng tegen te spreken weet ik er weer 10 van te maken. De laatste kilometer is ook wel steil maar regelmatig en dat is eigenlijk wel een fijne afsluiter. Bovenop een foto bij het colbordje en dan de andere twee opwachten. Iets na de top zijn wat souvenirtentjes waar wat drinken te krijgen is, waar we dankbaar gebruik van maken en zittend op een bankje met prachtig uitzicht over de kale bergtoppen en het groene dal gaat de gekoelde drank maar wat fijn naar binnen. De afdaling is zeer bochtig en dus niet zo snel, al voelt het van links naar rechts (en omgekeerd) gooien van de fiets en het voorbijsteken van de auto's wel erg lekker. Dan vlakt de afdaling af en volgt nog een lang stuk bijtrappen door het dal. In de rivier zijn op sommige plaatsen torentjes van opgestapelde stenen gemaakt en volgen nog vele mooie uitzichten op de bergen. Nog een klein stukje bergop om bij het hotel te komen en dan is het tijd voor het terras. Een groot glas appelsap en een ijsje lessen de eerste dorst en trek. De rest komt ook binnendruppelen en Paul, de begeleider laat nog even op zich wachten, maar het zit hier goed op het terras. Deze eerste groepsetappe was niet al te zwaar met 88km en 1632 hoogtemeters.
Vandaag is de dag van de Zoncolan: gevreesd in de koers, en ook wel een beetje door ons. Maar eerst gaat het vanuit het hotel omhoog naar de Col de Predel. De klim loopt lekker en biedt fraaie uitzichten waarna de top en daarmee de Italiaanse grens wordt bereikt. Na een korte afdaling volgt een tweede klim naar Sella Nevea om dan echt af te dalen richting lunchplaats. Het is een heerlijke afdaling met bochten maar ook wat langere stukken waarop je de fiets lekker kan laten lopen. Zo nu en dan even een korte blik werpen op een waterval, maar toch vooral op de weg letten. Na een uitgebreide lunch waarbij langzamerhand de groep weer compleet wordt, volgt een lang stuk door de vallei. Eerst licht hellend naar beneden, dan licht hellend naar omhoog. We vertrekken met 6 man bij de lunch, maar al heel gauw blijken we uitgedund tot drie zonder dat de voorsten het door hebben. Roy en ik doen het kopwerk en hebben Rony in ons wiel tot die ook ineens afgehaakt is. De vele tunneltjes zijn weliswaar donker, maar ook heerlijk koel, waar de temperatuur in de vallei toch al richting 36 graden loopt. Kort voordat we de grote weg verlaten, pakken we nog even wat water omdat de Zoncolan de dorst wel zal opwekken.
Met gevulde bidons starten Roy en ik, maar al gauw pakken we ons eigen tempo en rij ik bij hem weg. De eerste 10 kilometers gaan nog prima, met percentages tot zo'n 10%, maar dan volgt de échte klim van drie kilometers aan 12, 13 en 14 procent gemiddeld met regelmatig uitschieters naar 19%. Het is harken geblazen en de kilometerteller zakt zelfs even tot slechts 7 kilometer per uur. Hangen en wurgen op het kleinste verzet, dan weer zittend, maar vooral toch staand. Gelukkig is het een heel rustig weggetje, al staan er op een stuk van 15% wel wat koeien in de weg. Gelukkig snappen ze dat ik in één rechte lijn ertussendoor wil en maken ze wat ruimte. Wanneer je de top ziet liggen volgt het meest beroerde stuk waarop de teller lang op 17% blijft hangen en buiten adem kom ik boven aan. Even bij zinnen komen voordat ik wat kiekjes maak. Na een vijftal minuten uitpuffen dus even de camera ter hand nemen en dan kijken of ik Roy zie komen. Ik zie hem niet, ben door mijn water heen en heb het warm. Daarom duik ik toch maar vast de afdaling in, want het hotel ligt direct aan het eind van de afdaling. Een echte beloning is de afdaling niet, want hij is zo steil en kent zoveel bochten dat het iedere keer volle bak in de ankers is om de bochten rond te komen. Bij het hotel aangekomen blijkt de begeleider ook net de bus aan het uitladen te zijn en is Ellen al present, zij is rond de berg gereden.
Blij dat ik fris water kan pakken en lekker kan douchen, ga ik naar m'n kamer en hoor ondertussen Roy binnenkomen. De rest druppelt ook binnen wanneer we op het terras plaats hebben genomen. De klim heeft mijn weerstand echter een flinke knauw gegeven en een beginnende 'verkoudheid' valt in grote hevigheid aan. Ik ga dan ook nog maar even op bed liggen en krijg maar weinig lucht... maar eens zien hoe dat morgen gaat.
Het eten is niet echt op fietsers afgestemd... het duurt een eeuwigheid voordat e.e.a. op tafel staat, de smaak is prima, maar wel veel te weinig van alles. Er is dan ook grootse hilariteit als aan het eind niet nog een extra toetje wordt besteld, zoals de ober verwacht, maar nog een bord pasta. Alsof hij water zag branden!
De infectie van holtes en luchtwegen zet helaas door. Ik voel me niet top, maar goed genoeg om toch op de fiets te stappen, maar al tijdens de eerste klim merk ik dat het allemaal een heel stuk moeizamer gaat dan normaal. Stroken van 6% voelen aan als 10% en veel meer dan naar het asfalt staren en hopen dat de top gauw volgt doe ik niet. In tweestrijd daal ik af: ga ik richting pauze op de tweede klim en bepaal daar wat ik doe, of snij ik af naar de voet van de laatste klim en rij rechtstreeks naar het hotel. Mentaal ben ik nog niet klaar voor het in de bus moeten stappen, dus sms ik beneden aangekomen de begeleider dat ik rechtstreeks naar het hotel rij. Er volgt nog een langzaam startende klim die 5 kilometers aan 8% aan het eind kent om in Misurina aan te komen. Die kilometers zijn zwaar afzien met te weinig lucht tot m'n beschikking en benen vol pap. Aan het meer van Misurina aangekomen eet en drink ik wat en wacht dan op de begeleider met bagage. Na nog wat gedonder met het hotel volgt dan de langverwachte douche gevolgd door plat op bed liggen. Er komt koorts bij en ik voel me zwaar belabberd. Gelukkig zitten we morgen ook in dit hotel, dus hoeft er niet verplicht gereden te worden.
Dag 8: 24-08-18 : Ziek (Misurina)
De zakdoeken zijn er in vlot tempo doorheen gegaan, dus vandaag staat in het teken van zakdoeken wassen, een klein ommetje wandelen en verder weer op bed proberen uit te zieken. 's Avonds staat m'n kop weer op ontploffen, dus vroeg naar bed.
Dag 9: 25-08-18 : Ziek (Borca di Cadore)
Gisteravond weer koortsig geweest, dus nog geen fietsen vandaan, al heb ik naar omstandigheden prima geslapen en voel me een stuk beter dan gisteren. Vanwege slecht weer voorspeld in de middag nemen de meesten een afkorting naar het hotel. 30 kilometer waarvan de eerste 4 klimmen en dan slechts afdalen naar Borca di Cadore. Toch lijkt mij dat nog geen goed idee en dus lift ik mee met de begeleider in de bus. Vandaag iets lichter in het hoofd en productive hoest, dus er zit progressie in.
Dag 10: 26-08-18 : Ziek (Gemona del Friuli)
Er zit maar weinig vooruitgang in. Bovendien is het slecht weer vandaag en moet er in de regen gestart worden. Een beetje medelijden met de rest heb ik wel, maar vandaag ga ik nog een dagje met de bus mee. Afdalen (nu met de auto) is nog een ramp vanwege de druk op mijn hoofd door verstopte sinussen. In de middag voel ik me eventjes redelijk, maar dan gaat het weer bergafwaarts met in de avond weer een gloeiend voorhoofd.
Vanochtend voel ik me nog niet top, maar na veelvuldig snuiten en daarmee een hand vol snot uit m'n hoofd te hebben gekregen wordt het langzaamaan wat lichter in mijn hoofd. Bovendien ben ik het nietsdoen tijdens vakantie wel zat en ga het vandaag gewoon proberen. Het hoesten doet nog steeds zeer en zorgt voor hoofdpijn die tijdens het fietsen als constante dreun aanwezig blijft, maar vooruit, ik fiets weer. Gestart met Sjoerd, Roy, Jeroen en Martijn gaan we met z'n vijven door het dal naar de voet van de eerste klim. Er zit een klein stukje afdaling voor de klim echt start en daar pak ik, zonder er erg in te hebben, zo een paar honderd meter voorsprong. Rustig begin ik aan de klim en merk dat het prima gaat zolang ik de hartslag maar niet te hoog laat oplopen omdat dan de ademhaling geprikkeld wordt en ik moet hoesten. De rest komt weer aansluiten en gaat mij voorbij. Beetje bij beetje kan ik het tempo ietsjes opvoeren en merk dat ik zo weer naar de groep toe rijd. Wanneer het tempo gelijk blijft op een makkelijker lopend stuk besluit ik de inspanning gelijk te houden en rij de groep weer voorbij. In de zeer gelijkmatige klim die volgt, zie dat vooral Martijn volgt. Tot mijn verbazing zie ik kort voor de top van de Sella Del Jof (met uitloper), die best wel lang op zich laat wachten, dat zowel Martijn als Jeroen van achter naderen en vlot ook. Ze passeren en ik geef aan dat het aan hen is, ik kan (en wil) niet versnellen. Er volgt nog een klein stukje over slecht asfalt en veel grind, en daar hou ik mijn tempo aan terwijl de andere twee ineens tempo minderen. Kortom, haasje over en tot mijn verbazing ben ik de eerste die de top bereikt. We wachten op de rest, filosoferen nog wat over de mooie uitzichten die we onderweg hadden op de vallei en het hooggebergte dat we nu zo langzamerhand uit zijn gereden. Daarna de afdaling over een smal weggetje waar ik me wel in mijn element voel. Beneden wacht ik op Roy en Sjoerd, die weet te vertellen dat de andere twee met een lekke band boven in de afdaling staan. We besluiten daartoe met z'n drieën de extra klim naar Valle te gaan rijden, een zestal kilometers met vijfhonderdtal hoogtemeters. Die loopt toch niet zo lekker als de vorige, maar gaat ook niet slecht. Roy pakt hier de bergpunten. Na weer een heerlijke afdaling over een smal slingerweggetje nog een klein stukje naar de pauzeplaats waar Paul alweer met de lunch staat te wachten.
Na bijgetankt en gegeten te hebben kunnen weer verder en rijden we met z'n vijven in een heerlijk molentje door de vallei om dan aan de voet van de laatste klim van de dag te komen. De onregelmatige klim naar Livek. In het begin probeer ik Roy nog te volgen, maar merk dat dat ondertussen te gek gaat. Ik wil nog wel, maar m'n lijf geeft aan dat het genoeg is geweest voor vandaag. Kortom, de ketting naar links en op het gemak naar boven. De rest passeert mij en als laatste vervolmaak ik op de top de groep weer. Nog een steile afdaling die best wel link ligt met slecht asfalt, af en toe troep op de weg en tegenliggers die soms pas laat te zien zijn als de de hoek om komen, dus ik doe relatief rustig aan in deze afdaling. Nog een paar kilometer naar het hotel in Kobarid en dan zit de rit van vandaag er weer op. Mijn benen voelen nu wel aan alsof er een heel eind meer gefietst is dan de 96km met 2116 hoogtemeters, maar ik ben al lang blij weer op de fiets te zitten.
Vandaag is alweer de laatste dag van het Cycletours gedeelte van de reis. Een rit terug naar Bled (Lesce) staat op het programma. Afgelopen nacht heb ik geen oog dicht gedaan en liggen zweten als een otter, dus vanochtend ben ik best wel brak. Met z'n zessen gaan we op pad, maar een goede samenwerking komt niet tot stand. Om daaraan wat te ontsnappen pak ik gewoon mijn tempo en rij, zo blijkt, een tijdje lang voor de rest uit. M'n Garmin loopt weer eens vast en zo rijd ik nog 2.5km lang op het rode lijntje terwijl ik echt al had moeten afslaan. Als me opvalt dat het tempo niet overeen komt met mijn echte tempo weet ik hoe laat het is en reset ik het kreng, ga voor een sanitaire stop en vervolg de reis in omgekeerde richting.
Bij de gemiste afslag begint ook de enige klim van de dag: Bohinsko Sedlo, al gaat er ook een lange aanloop aan vooraf. De rest fietst natuurlijk al ver voorop en eigenlijk vind ik het nog niet zo vervelend om lekker alleen hier te rijden. Ik geniet van het uitzicht: de glooiende groene hellingen, kleine stroompjes, watervalletjes en een vosje dat even uit een bosje komt piepen om dan gauw weer terug te gaan als hij mij ziet naderen. Het tempo ligt vrij laag en dat vind ik wel prima zo. Dan begint echter een flinke koppijn op te steken, die blijft maar groeien in hevigheid. Om toch maar eerder bij de bus en (een door mij toegestaan moment van inname van) pijnstillers te zijn gaat het tempo toch maar omhoog. Omdat nu alles zeer doet: longen, benen, hoofd, valt de hoofdpijn iets minder op en is het iets draaglijker, maar té hard en de longen raken geprikkeld met hoesten en weer ergere koppijn tot gevolg. Het is een lastige balans. Als ik Rony voorbij rijdt, ben ik dan ook niet al te spraakzaam met slechts één doel voor ogen: naar boven, want de luchtdrukverschillen met de hoogte hebben vandaag een duivelse uitwerking op mijn sinussen. "Duo Lek en Lekker" (Martijn en Jeroen), zoals ze gisteren al treffend door Roy zijn genoemd staan alweer met een lekke band langs de kant van de weg. Direct daarop volgt nog een helse kilometer van 10% gevolgd door twee iets minder erge, en dan zit de strijd voor vandaag erop. Met het hoofd stevig tussen de handen geklemd moet ik eerst even bekomen en de pijn laten zakken; paracetamol helpt een tweede handje.
Na de lunch volgt een heerlijke afdaling met maar weinig bochten en de snelheid loopt lekker op. Een vrachtwagen met boomstammen die net voor me de weg op draait, dreigt even roet in het eten te gooien, maar met groot snelheidverschil waag ik het erop en haal hem vlotjes in. Beneden aan de afdaling wacht ik op de rest en na een twaalftal minuten vervolgen we de tocht door de vallei richting Bled. We draaien in een groepje van zes en dat is wel prettig op deze drukke brede weg met wind tegen. In Bled volgt een welverdiend drankje aan de rand van het meer, waar een paar anderen de verleiding van het water niet kunnen weerstaan en een duik nemen. Na nog een ijsje gescoord te hebben ga ik naar het hotel in Lesce en zit de reis er weer op.
Kort voor de vroegste tijd van het ontbijt pak ik de auto in, dan snel een hapje eten samen met de andere vroege vertrekkers en dan mooi op tijd op pad om de drukte zoveel mogelijk voor te zijn. Over de binnendoorweg naar de tunnel om niet nog een keer een vignet nodig te hebben en dan door Oostenrijk richting München. Vanaf daar begint zo ongeveer de pret met vele wegwerken en bijbehorende drukte. In de buurt van Stuttgart heb ik een hotelletje geboekt en ga ik 's middags nog even fietsen. Het licht iets verder van de snelweg af dan ik origineel dacht, maar eigenlijk geeft dat ook niet. In een klein dorpje, Dobel, bovenop een berg tref ik mijn hotel waar ik de auto vast neerzet. Even omkleden en dan op pad.
Ik schreef al "bovenop een berg", ook dat had ik vooraf niet gecheckt, maar het houdt dus in dat ik meteen mag afdalen en daar lijkt maar geen einde aan te komen. Dat belooft nog wat voor straks. Het gaat hier behoorlijk op en af en de rit van een honderdtwintigtal kilometers kent dan ook veel meer hoogtemeters dan ik voorzien had. De eerste 50km wil nog wel, maar daarna vindt het lijf het welletjes. De zon is bovendien verdwenen en het wordt wat killer. De afkortmogelijkheden zijn beperkt, maar er is ééntje die 20km laat liggen en dat doe ik maar. De energie is weg en de benen voelen aan als pap. Een snelle stop bij een benzinestation voor een snickers en wat drinken en dan weer door want, verdorie, het begint te druppen. Tijdens de klim begint het stevig te regenen en zo heb ik toch nog mijn regenrit deze vakantie. Ik hoop dat dit de laatste klim is, maar dan volgt nog een stukje afdaling en mag ik nogmaals omhoog naar het hotel. Terug bij de auto is mijn tank leeg en ben ik blij te kunnen inchecken. Ik krijg de "Beatles kamer", met foto's en titels op de muur en geel als een yellow submarine. 's Avonds ga ik langs de lokale frituur voor een patatje en hamburger omdat ik geen fut meer heb om deftig uit eten te gaan.
Dag 14: 30-08-18 : terugreis
Nog altijd snotterend en hoestend volgt deel twee van de terugreis. Gelukkig verloopt dit stuk soepeler dan gisteren. Na terugkomst verergert de infectie nog even en besluit ik toch maar langs de dokter te gaan. Een antibioticumkuur later is het probleem gelukkig verholpen.
Terugblik
Slovenië was een leuke nieuwe fietservaring, een mooi land om te fietsen en lekker rustig als je de toeristische hotspots links laat liggen. De hotelreis door Italië en weer terug was mooi en deed een aantal nog niet eerder gereden klimmen aan, met als toppunt de Monte Zoncolan. Ook het Canyoning-avontuur was een hele leuke beleving. Helaas gooide een infectie wat roet in het eten, maar al met al heb ik lekker gefietst en een fijne vakantie gehad. In totaal heb ik 952.2km met 19701hm gereden.